Thema 1: Wie ben ik?

Thema 1: Wie ben ik?
Hoofdvraag van het thema:
Hoe wordt jij beïnvloed door jouw omgeving en geschiedenis?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1: Wie ben ik?
Hoofdvraag van het thema:
Hoe wordt jij beïnvloed door jouw omgeving en geschiedenis?

Slide 1 - Tekstslide

Het verhaal van Romulus en Remus
Dit schilderij laat het meer dan 2000 jaar oude verhaal zien over de tweelingbroers Romulus en Remus. De tweeling had een heel bijzondere afkomst: hun moeder was een priesteres en hun vader de oorlogsgod Mars. 
De oorlogsgod Mars (vader van Romulus en Remus)
De priesteres Rhea (moeder van Romulus en Remus)
Romulus en Remus als babies
De wolf die de tweeling vond en opgevoed heeft todat de jongens gevonden worden door de schaapherder Faustulus.
De schaapherder Faustulus, hij vond de tweeling bij de wolvenmoeder en nam hun mee om ze op te voeden als zijn eigen zonen.

Slide 2 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Koning Proca had twee zonen, die Numitor en Amulius werden genoemd. Toen de koning op een dag ziek werd en voelde dat hij niet lang meer te leven had, riep hij zijn zoons bij zich en zei: 'Mijn einde nadert. Ik zal mijn erfenis eerlijk verdelen. Jij, Numitor, wordt koning van mijn rijk. En jij, Amulius, erft mijn rijkdom.' 
Kort daarna stierf de koning. Zijn zoons huilden bittere tranen. Numitor kreeg de kroon van zijn vader. Amulius diens geld. 
En toen begon de ellende. Hoe kon Numitor koning zijn zonder dat hij ook maar één cent te besteden had?

Slide 3 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Wat Had Amulius aan geld, zolang hij niets te vertellen had? Vooral Amulius had het moeilijk. Verteerd door jaloezie stootte hij zijn oudere broer van de troon. Nu was hij de koning. Hij had macht én was rijk. Maar er was nog één probleem. Dat probleem was Numitors dochter Rhea. Als die kinderen kreeg, zou Amulius zijn rijk kunnen kwijtraken. Om van haar af te zijn stuurde hij Rhea naar de Tempel van Vesta.
Zonder dat Amulius het wist, kreeg Rhea van de god Mars een tweeling, die ze Romulus en Remus noemde. Het kon natuurlijk niet uitblijven, Amulius kwam daar op een dag achter. 

Slide 4 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Hij gaf zijn soldaten de opdracht de kinderen bij hun moeder weg te halen. 'Gooi ze in de rivier,' droeg hij hun op.
De soldaten deden wat de koning hun had gevraagd. Maar ze deden het heel voorzichting. Ze legden de twee jongetjes eerst in een rieten mand. Deze lieten ze meestromen op de rivier de Tiber. Na een poosje raakte de mand verstrikt tussen de takken van een struik. Al snel werden Romulus en Remus gevonden door een wolvenmoeder. De wolf sleepte de baby's een voor een mee naar haar grot en voedde hen met haar eigen melk.

Slide 5 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Een paar weken later kwam Faustulus de schaapherder voorbij. Hij hoorde babygehuil en vond de kinderen in de grot. Hij nam de tweeling mee naar huis en zorgde voor hen als een vader. De jongens leerden alles over het hoeden van schapen. Ze hielden van hun nieuwe leven in de heuvels. Op een dag riep Faustulus de jongens bij zich en zei: 'Ik moet jullie iets vertellen. Ik heb ontdekt dat jullie zonen zijn van Rhea, die op haar beurt de dochter is van Numitor. Koning Amulius heeft jullie grootvader afgezet en jullie moeder gevangengenomen. Het is hoog tijd dat jullie dit weten en dat jullie gaan doen wat jullie moeten doen.'

Slide 6 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Nog diezelfde dag namen de jongens afscheid van Faustulus. Na een lange speurtocht vonden Romulus en Remus hun moeder en bevrijdden haar. Ze vonden ook koning Amulius. Ze zetten hem af zodat hun eigen opa Numitor weer koning kon worden. Toen ze dat hadden gedaan, besloten de broers hun eigen stad te stichten op de plek waar de wolvin hen had gevonden. Daar, op de oevers van de Tiber, bouwden Romulus en Remus hun huizen.
Lange tijd ging het goed. Meer en meer mensen bouwden hun huizen op de zeven heuvels bij de Tiber. De stad groeide en groeide. Maar hoe heette hij eigenlijk? Wie mocht de stad een naam geven?

Slide 7 - Tekstslide

De mythe van Romulus en Remus
Wie was de baas? Romulus of Remus? Over deze vraag kregen de broers en ruzie die begon met harde woorden maar eindigde met geweld. Sommige mensen steunde Romulus. Andere hielpen Remus. Uiteindelijk werd het gevecht gewonnen door Romulus en zijn volgelingen. Romulus vermoordde zijn broer Remus en gaf de stad zijn naam. 

Dit is de ontstaanslegende van de stad Rome. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zouden de Romeinen de mythe over Romulus en Remus graag hebben geloofd?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent het woord identiteit als we over mensen spreken?
A
Geruchten die over een persoon bestaan
B
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
C
De naam van iemand
D
Hoe iemand zich voelt

Slide 10 - Quizvraag

Wat draagt bij tot iemands identiteit?

Slide 11 - Woordweb

Lees het verhaal over Sujit Kumar, de kippenjongen (p. 7)

En leg uit hoe de omgeving van de jongen invloed op hem had.

Slide 12 - Open vraag

Blok 2: Mijn familie

Slide 13 - Tekstslide

Informatie zoeken
Als je iets te weten wilt komen over de wereld van nu of van vroeger moet je opzoek gaan naar goede informatie.
Alle dingen die je informatie geven over iets noem je bronnen.
Bronnen kunnen geschreven zijn (brieven, dagboeken, kranten, boeken etc.)
Maar veel bronnen zijn ook ongeschreven (voorwerpen, kaarten, tekeningen, foto's etc.)

Slide 14 - Tekstslide

geschreven bronnen
ongeschreven bronnen

Slide 15 - Sleepvraag

Bedenk twee redenen waarom bronnen vaak niet alles vertellen.

Slide 16 - Open vraag

Tijd tellen
Er zijn veel verschillende jaartellingen, b.v. de Islamitische, Joodse en de Christelijke jaartelling.
In Europa was gedurende een lange tijd het meerendeel van de mensen christelijk, zij vonden de geboorte van Jezus daarom zo belangrijk dat ze dit als het beginpunt van hun jaartelling namen. Alles wat hiervoor plaatsvond noemen we v. Chr. (voor Christus) en alles erna n. Chr. (na Christus).

Slide 17 - Tekstslide

Tijd tellen
Honderd jaar noemen we een eeuw en duizend jaar noemen we een millenium.

Geschiedkundigen noemen de tijd voor de uitvinding het schrift (lezen en schrijven) de prehistorie en alle tijd erna de historie
Het uitvinden van het schrift is belangrijk omdat we daarom meer weten over hoe mensen vroeger dachten over dingen.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom hield de prehistorie niet overal tegelijkertijd op?

Slide 19 - Open vraag

Waarom vinden geschiedkundigen de uitvinding van het schrift zo belangrijk?

Slide 20 - Open vraag

In welke eeuw leven we nu, volgende de christelijke jaartelling?
A
de 20e eeuw
B
de 21e eeuw
C
de 19e eeuw
D
de 22e eeuw

Slide 21 - Quizvraag

de 19e eeuw liep van .... tot .... ?
A
1800 - 1900
B
1900 - 2000
C
1700 - 1800
D
2000 - 2100

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel millennia geleden is Jezus Christus geboren?
A
drie
B
één
C
twee
D
vier

Slide 23 - Quizvraag

Tijd in stukken
+/- 3 miljoen jaar ontstonden de voorouders van de moderne mens.
+/- 200.000 jaar geleden ontstond de homo sapiens (letterlijk de denkende mens) dit is de moderne mens waar wij allemaal bij horen. 
Om deze gigantische tijd werkbaar te houden wordt het opgedeeld in periodes. Die stukken noemen we de tijdvakken.

In de geschiedenisboeken op nederlandse scholen is er gekozen om tien tijdvakken aan te houden. Elk tijdvak heeft zijn eigen kenmerkende aspecten (dingen die voor die bij die tijd passen). Een nieuw tijdvak begint meestal met een grote verandering, de nieuwe tijd lijkt niet meer op de oude en wordt daarom tot een nieuw tijdvak gerekend.

Slide 24 - Tekstslide

Jagers & boeren
Ontdekkers & hervormers
Regenten & vorsten
Burgers & stoommachines
Wereldoorlogen
Grieken & Romeinen
Monniken & ridders
Televisie & computers
Steden & staten
Pruiken & revoluties

Slide 25 - Sleepvraag

Steeds sneller, steeds meer
We weten tegenwoordig veel meer over wat er gebeurt aan de andere kant van de wereld. Dit komt door de moderne communicatiemiddelen (telefoon, computers, internet, televisie etc.)

Vroeger moest nieuws verspreid worden door mensen, b.v. handelaren die van stad naar stad gingen.

Ook is er veel meer nieuws omdat er veel meer mensen op aarde wonen dan ooit tevoren. 
grafiek van wereldbevolking

Slide 26 - Tekstslide

Door welke twee redenen gaan ontwikkelingen steeds sneller?
A
Er zijn meer mensen dan ooit op aarde
B
Mensen hebben meer geld dan vroeger
C
Mensen deden vroeger minder dingen dan nu
D
Er zijn nieuwe communicatiemiddelen

Slide 27 - Quizvraag

Blok 3: Mijn land

Slide 28 - Tekstslide

Nederland verandert!
Nederland is continu aan het veranderen. Mode verandert en mensen kleden zich daarom steeds anders. Ook worden er nieuwe uitvindingen gedaan die het land veranderen. Zelfs op het gebied van huizenbouw en stadsinrichting zijn er modeverschillen.
 
De oude huizen worden alleen vaak niet vervangen zoals men een broek die uit de mode is wel zou vervangen. Hierdoor kun je in oude steden veel terug zien van hoe mensen vroeger geleefd hebben. En hoe ons land er toen uitzag.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom worden huizen die uit de mode zijn niet weg gehaald?
A
Omdat het veel geld kost om een huis af te breken en iets nieuws te bouwen.
B
Omdat het zonde is om mooie oude huizen te slopen alleen omdat er nieuwere huizen zijn.
C
Omdat het niet veilig is om huizen af te breken als deze dicht bij andere huizen staan.
D
Omdat de nieuwe huizen niet in de oude centra van steden gebouwd mogen worden.

Slide 30 - Quizvraag

Typisch Nederlands
  • Cultuur = alles wat door mensen is gemaakt of bedacht (dus het tegenovergestelde van natuur)
  • Cultuur is continu aan het veranderen omdat de samenleving steeds blijft veranderen
  • polderlandschap (moerassen werden drooggemaakt dmv. molens en dijken, op de drassige grond was lopen op klompen het handigst)
  • tulpenvelden (om dijken en spoorwegen te bouwen moest veel zand worden afgegraven, op de velden waar het zand vandaan kwam konden tulpen heel goed groeien, NL = de grootste bloemen producent ter wereld)

Slide 31 - Tekstslide

timer
2:30000
Geef zoveel mogelijk voorbeelden van cultuur

Slide 32 - Woordweb

timer
2:30000
Bedenk nog andere dingen die jij typisch Nederlands vind (afgezien van het landschap en de bloemen)

Slide 33 - Woordweb

De Nederlanden
In de 16e eeuw bestond Nederland als land niet. Nederland, België en Luxemburg werden de Nederlanden (lage landen) genoemd en hoorde bij het Spaanse koninkrijk, met Fillips II als koning.
  • zeventien gewesten (vergelijkbaar met provincies nu)
  • elk gewest had eigen munt, dialect en een eigen bestuur
  • in het bestuur zaten edelen en rijke burgers

Fillips II wilde centralisatie, dat zou voor hem makkelijker te besturen zijn. De edelen en rijke burgers wilden dit niet.
Fillips II
De Nederlanden 16e eeuw

Slide 34 - Tekstslide

Waarom zouden de edelen en rijke burgers tegen de centralisatie van Fillips II zijn geweest?

Slide 35 - Open vraag

Protestanten
Maarten Luther en Johannes Calvijn hadden kritiek op de katholieke kerk. Zij vonden dat de kerk hervormd moest worden en meer moest lijken op hoe Jezus het vroeger ooit gewild zou hebben.

Kritiekpunten:
  • aflaathandel van de katholieke kerk
  • Nadruk op macht en rijkdom
  • heiligen verering
  • bijbel in het latijn ipv. de volkstaal

Slide 36 - Tekstslide

Protestanten
  • De Paus wilde niks weten van deze kritiek en de kerk splitste, de groep mensen die het eens waren met de hervormers werden protestanten genoemd.
  • Fillips II was een strenge katholiek en hij vond dat iedereen in zijn koninkrijk dat ook moest zijn. Hij liet de protestanten vervolgen en zwaar straffen. Dit zorgde voor veel onvrede onder de Nederlanders.
  • In 1566 gaan groepen protestanten kerken en kloosters binnen en slaan alle beelden in de kerken kapot. In korte tijd werden honderden kerken verwoest. Dit heette de Beeldenstorm.

Slide 37 - Tekstslide

Waarom werden mensen van het 'nieuwe' christelijke geloof protestanten genoemd?
A
Omdat de oorspronkelijke ideeën van Jezus de protesten genoemd werden.
B
Omdat ze dit populair klonk en ze daarom meer volgers zouden krijgen.
C
Omdat Maarten Luther en Johannes Calvijn deze naam bedacht hadden toen zij de kerk wilde splitsen.
D
Omdat zij protesteerde tegen de dingen die de katholieke kerk naar hun mening fout deed.

Slide 38 - Quizvraag

Wat denk je dat er op deze afbeelding gebeurt en waarom?

Slide 39 - Open vraag

Een nieuw land
  • Fillips was woedend over de beeldenstorm en stuurde zijn beste generaal hertog van Alva met een leger Spanjaarden om orde te herstellen.
  • Willem van Oranje ging het verzet van de Nederlanders leiden.
  • De Nederlandse opstand (vroeger de 80 jarige oorlog)
  • noordelijke gewesten kozen voor Willem, de zuidelijke gewesten voor Fillips.
  •  1584 werd Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards.
  • Na jaren strijd werden de gewesten die in opstand kwamen een nieuw land.
Hertog van Alva, zijn bijnaam was 'De ijzeren hertog' omdat hij erg hard en wreed kon zijn tegen zijn vijanden.
De roze gebieden hoorden bij de Republiek der Zeven verenigden Nederlanden. Roze met zwarte strepen waren de generaliteitslanden, dit waren de gebieden die de Republiek veroverd had op Spanje. Deze gebieden hoorde wel bij de Republiek maar mochten niet mee praten in het bestuur omdat ze niet vrijwillig waren aangesloten. En de groene gebieden zijn de Spaanse Nederlanden.

Slide 40 - Tekstslide

Een nieuw land
  • Het nieuwe land werd een republiek, dit is een land zonder een koning.
  • Dit was zo bijzonder in die tijd dat het land vaak 'De Republiek' genoemd, maar de echte naam was: De republiek der zeven verenigde Nederlanden.
  • In 1648 sloot De Republiek vrede met Spanje (vrede van Münster)
  • Uit deze republiek is later het moderne Nederland ontstaan.

Slide 41 - Tekstslide

Om welke twee redenen waren de Nederlanders boos op Fillips volgens deze presentatie?

Slide 42 - Open vraag

Er is nog een belangrijke reden waarom de Nederlanders boos waren die niet genoemd is in het boek of de presentatie, welke is dit denk je?
A
Fillips dwong de Nederlanders om Spaans te spreken.
B
Fillips voerde een belasting in op handel die de 'tiende penning' werd genoemd.
C
Fillips liet regelmatig blijken dat hij het Nederlandse volk maar dom en lui vond.
D
Fillips verbood glasvezelkabels en hierdoor hadden ze alleen maar langzaam internet in Nederland.

Slide 43 - Quizvraag

Grenzen
  • Grenzen zijn de lijnen tussen gebieden, de grens tussen NL en DU geeft aan waar NL ophoudt en DU begint.

  • Vroeger werden vaak natuurlijke grenzen gebruikt (bergen, rivieren). Deze waren makkelijk te zien en makkelijk te verdedigen als er oorlog kwam.

  • Ook zijn er grenzen die niet langs een natuurlijk obstakel lopen, deze zijn door de mens bedacht en noemen we kunstmatige grenzen.

Slide 44 - Tekstslide

Bekijk de kaart van Afrika, zijn hier veel kunstmatige grenzen denk je? Leg uit waarom.

Slide 45 - Open vraag

Bekijk deze kaart, is dit een natuurlijke of kunstmatige grens? Extra punten als je weet van welk rijk deze grens was.

Slide 46 - Open vraag

Afspraken bij de grens
  • Soms willen landen bepaalde producten buiten het land houden, ze zorgen dan dat er strenge controles zijn aan de grenzen.
  • Groepen landen kunnen ook afspreken dat ze samen de grenzen bewaken, een voorbeeld hiervan is de EU. De buitengrenzen worden dan streng gecontroleerd maar de binnengrenzen niet.
  • De EU had dit afgesproken in het Schengen akkoord, de douane controleert mensen alleen nog als ze naar een niet-Schengenland oversteken.

Slide 47 - Tekstslide

Wie wonen er in Nederland?
Je kunt de Nederlandse bevolking op verschillende manieren indelen:
  • nationaliteit (je hebt de nationaliteit van een land als je een paspoort mag hebben en kan stemmen wanneer je volwassen bent)
  • Als iemand in Nederland woont maar niet de Nederlandse nationaliteit heeft dan is dit een niet-Nederlander
  • autochtonen (mensen die geboren zijn in NL en waarvan beide ouders ook in NL geboren zijn)
  • allochtonen (mensen die in het buitenland geboren zijn, of waarvan één of beide ouders in het buitenland geboren zijn)

Slide 48 - Tekstslide

Mijn vrouw heeft alleen een Duits paspoort en mag niet stemmen in NL. Mijn dochter is in Nederland geboren en heeft een Nederlands en Duits paspoort.

Wat is mijn vrouw volgens de Nederlandse wet?
Wat is mijn dochter volgens de Nederlandse wet?

Slide 49 - Open vraag

Als mijn dochter later ooit een kind krijgt met iemand die in Nederland is geboren. En dit kind wordt in Nederland geboren.

Wat zou mijn kleinkind dan zijn volgens de Nederlandse wet?
Wat zou mijn kleinkind zijn als ze zou bevallen op vakantie in Frankrijk?

Slide 50 - Open vraag

Verschillende culturen
De mensen die in een gebied wonen en samenleven, doen dat op hun eigen manier. Dat noem je cultuur. Vanaf geboorte groei je op in de cultuur en onderdelen ervan noemen we cultuurelementen.
  • taal (b.v. Nederlands in NL en Duits in Duitsland)
  • gewoontes (b.v. handen schudden in Europa vs. buigen in Japan)
  • hoe mensen eten (b.v. stampot in NL en pasta in Italië)
  • het soort muziek dat beluisterd wordt (b.v. Slagers in DU vs. panfluitmuziek in Peru) 
  • etc. 

Slide 51 - Tekstslide