HV2; WW spelling H3: Lastige werkwoordsvormen

WELKOM

 Alle benodigdheden leg je op tafel

10 minuten stil lezen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM

 Alle benodigdheden leg je op tafel

10 minuten stil lezen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Engelse werkwoorden

Hoe vervoegen we Engelse werkwoorden? 

Zwakke of sterke werkwoorden?


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd herkennen, benoemen en gebruiken

  •  Lastige werkwoordsvormen stapsgewijs behandelen

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Lastige werkwoordsvormen: -d of-dt

Slide 4 - Tekstslide

1. Soms ....... je vriend zich dat hij een wielrenner in de Tour de France is. (verbeelden)

Hij ......., zo is te zien in de film, een gevaarlijke campagne. (leiden)

1.


2. 
verbeeld
verbeeldt
verbeelt
verbeelddt
lijd
lijdt
leid
leidt

Slide 5 - Sleepvraag

Stappenplan
1. Bepaal het onderwerp dat bij de persoonsvorm hoort

Het vliegtuig vertrekt om drie uur.

pv vinden: zin in andere tijd zetten
o vinden: Wie / Wat + pv

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan
2a. Kies voor -d:

Als het onderwerp 'Ik' is:            Ik laad mijn telefoon op.

Als het onderwerp 'jij' of            Meld jij ons even aan?
'je' is dat achter de pv staat:
Tip: verander 'je' in 'jij'                  Meldt je broer ons even aan?

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan
2b. Kies voor -dt:

In alle andere gevallen in het ev:

Verbrandt je vader zijn tuinafval?

De docent raadt je aan goed te leren voor de toets.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen

Die wielrenner ... wel erg hard door de tunnel! (rijden)

... die man toch niet! (aanbidden)

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Resultaat: Verschil -d en -dt goed kunnen toepassen
Met wie? Alleen in stilte.
Hulp:  Docent.
Wat: H3 werkwoordspelling: Lastige werkwoordsvormen, 
Alle opdrachten (inclusief startopdracht)

Klaar? H1&2 werkwoordspelling afmaken of lezen in je leesboek

Slide 12 - Tekstslide

Extra voorbeeldzinnen
De politie ....... de noodklok over het tekort aan pepperspray. (luiden)

Stap 1: pv
Stap 2: o
Stap 3: Bepaal het onderwerp dat bij de pv hoort
Stap 4: Schema volgen (stampen!!!)

Slide 13 - Tekstslide

Hij is niet groot, maar springt hoog en ....... goed. (timen)


Slide 14 - Tekstslide

Hij is niet groot, maar springt hoog en ....... goed. (timen)

1. pv: timen
2. o: Hij (derde persoon enkelvoud)
Zin in tegenwoordige tijd
3. Bepaal het onderwerp dat bij de pv hoort: hij (timen)
4. Schema volgen
            Ik-vorm = time ('e' nodig voor uitspraak) + 't', want
            onderwerp (hij) in de derde persoon enkelvoud
            

Slide 15 - Tekstslide

Afsluitende zinnen

... het goud op het moment dat het nog heet is. (smeden)


... je weleens een vegaburger? (braden)

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoordsvormen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

DUS: De gebiedende wijs (imperatief)

- Vaak een bevel, opdracht of wens. 
- Er staat geen onderwerp in de zin.
- Werkwoord (ik-vorm) staat op de 1e plek in de zin.
- Staat vaak een uitroepteken achter(!)

Slide 22 - Tekstslide