H2 par 1. Ontbossing in het Amazone gebied.

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Grote natuurlandschappen op aarde

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij over natuurlandschappen op aarde?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen voor paragraaf 1
  • Je weet waar tropische regenwouden groeien en waarom daar.
  • Je weet waarom het tropisch regenwoud wordt bedreigd.
  • Je weet waarom tropische regenwouden belangrijk zijn.
  • Je weet hoe je het tropische regenwoud kunt beschermen.  

Slide 6 - Tekstslide

Amazonegebied:

  • 170 x groter dan Nederland
  • Amazone: op 1 na langste rivier ter wereld
  • Peru (Andes) -> Brazilië (in zee)

Slide 7 - Tekstslide

Grens van de tropen: keerkringen (23,5 NB en 23,5 ZB)

Slide 8 - Tekstslide

Tropische regenwouden
Een dicht ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen (BV. Amazonegebied in Zuid-Amerika)
Kenmerken:
  1. In de tropen (23,5º NB en 23,5 º ZB)
  2. Altijd warm
  3. Veel regen
  4. Grote biodiversiteit (dieren en planten)
  5. Verschillende etages in bomen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Klimaatdiagram: gemiddelde neerslag en temperatuur

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

B48: breedteligging en temperatuur
Breedteligging heeft groot effect op de temperatuur:
Hoge breedte - koud / Lage breedte - warm
Bij evenaar zonnestralen loodrecht op aardoppervlak.

2 oorzaken:
1. Loodrechte zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak met dezelfde energie als schuine zonnestralen
2. Loodrechte zonnestralen hebben korte weg door dampkring - dus minder stofdeeltjes en wolken

Slide 13 - Tekstslide

Korte weg door dampkring
bij loodrecht
Kleiner oppervlak
bij loodrecht

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag:
Wat?
§2.1 
Maken opdracht 1 t/m 5 via LB. 
Hoe?
Werk samen met elkaar op een fluister toon. 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 16 - Tekstslide

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!

Slide 17 - Tekstslide

1
2
3
4
5
Maanden van het jaar
Neerslag in milimeters 
Neerslag per maand
Temperatuur in ºC
Temperatuur per maand

Slide 18 - Sleepvraag

Waardoor is het warmer bij de evenaar als bij de tropen? Geef 2 redenen

Slide 19 - Open vraag

A
B
Tropen
Polen
Loodrecht
Schuin
Lange weg dampkring
Korte weg dampkring

Slide 20 - Sleepvraag

Leerdoelen voor paragraaf 1
  • Je weet waar tropische regenwouden groeien en waarom daar.
  • Je weet waarom het tropisch regenwoud wordt bedreigd.
  • Je weet waarom tropische regenwouden belangrijk zijn.
  • Je weet hoe je het tropische regenwoud kunt beschermen.  

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

B57 Neerslagfactoren
Water komt op drie manieren voor:
1. Bevroren (IJs of sneeuw)
2. Vloeibaar (water)
3. Gasvormig (waterdamp) = wolken

Twee regels:
1. Lucht die opstijgt koelt af
2. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Gevolg: neerslag

Slide 23 - Tekstslide

B59 Stijgingsregens

Bij evenaar altijd warm            Warme lucht stijgt op           koelt af                 kan minder waterdamp bevatten                    stijgingsregens 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Ontbossing
Er verdwijnt veel tropisch regenwoud in Brazilië door ontbossing: het kappen van bomen
Oorzaken:
  1. ongelijke bevolkingsspreiding - de regering wil mensen beter verspreiden, nieuwe wegen
  2. winning natuurlijke hulpbronnen - tropisch hout populair, goud, rubber
  3. landbouw - verbouwen van soja & voor vee

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Duurzaam gebruik
Deze bossen zijn belangrijk omdat:
1. Leefgebied voor inheemse groepen
2. Produceren zuurstof
3. Grote biodiversiteit
4.  Herkomst dagelijkse producten (bananen, kaneel & medicijnen)
Daarom belangrijk: duurzaam gebruik = Ervoor zorgen dat het blijft bestaan

Oplossing duurzame bosbouw: herbebossing = Het bos herstelt zich snel als je weinig kapt en direct weer jonge bomen laat groeien

Slide 28 - Tekstslide

B2 aardrijkskunde: gebieden & B77 cultuur- en natuurlandschap
Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak. Kijk je het gebied rond, dan zie je het landschap (het zichtbare deel van het aardoppervlak)
2 soorten landschappen:
1. Natuurlandschap: bijna niet veranderd in het landschap. Alles in de natuur: bergen, rivieren, moerrassen. Veel oorspronkelijke plantengroei/vegetatie
Fysische geografie bekijkt hoe dit is ontstaan.
Natuurlandschap is te vinden in dunbevolkte gebieden.

Slide 29 - Tekstslide

B2 aardrijkskunde: gebieden & B77 cultuur- en natuurlandschap
2. Ingerichte landschappen/cultuurlandschap: aangepast door de mens door het aanleggen van wegen, huizen en akkers.
Sociale geografie bekijkt hoe mensen het hebben ingericht en hoe mensen leven.
Hoe meer mensen, hoe minder natuurlijke begroeiing, hoe meer cultuurgrond (grond voor landbouw). 

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.1 
Maken opdracht 6 t/m 9 via LB. 
Hoe?
Werk samen met elkaar op een fluister toon. 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 31 - Tekstslide