Periode 1 - week 35 - Woordsoorten

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom! 

Je bent hier bij de les Nederlands van mevrouw Van Heel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Even voorstellen
  • Verwachtingen van mij
  • Uitleg periode 1
  • Inloggen LessonUp
  • Uitleg online methode
  • Uitleg theorie 2.1 Grammatica
  • Zelfstandig werken
Wat gaan we doen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is mevrouw Van Heel?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen 
  • Kom op tijd!
  • Zorg ervoor dat je opgeladen
     Chromebook te allen tijde in je tas zit 
     (pen en schrift zijn ook altijd handig...).
  • Kauwgom, mobieltjes, oortjes...je kent het wel.
  • Huiswerk = huis + werk!

De belangrijkste: luister naar elkaar!
wo t/m vr
heef@stanislascollege.net

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 1

      

  • Dyslexiescreening volgende week


Bij de planner van Nederlands hoef je niet vooruit te werken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Ga naar Lessonup.com
2. Registreer met je schoolmailadres 
    (....@stanislascollege.net)
3. Klascode B1b:  nrltl
   


Volg de les mee op LessonUp!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-agenda, pen
-Chromebook


Na binnenkomst 
PAK JE:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Lezen:
-->Grammaticareader- theorie zn, lw, bn (p. 21)
 Maken:  
  --> opdr. 10, 11 (reader)      
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk donderdag 10-3, 5e uur:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woensdag 9 maart

Wat gaan we doen?    

  • Aandacht voor het beoordelingsmodel Fictie-opdracht
  • Theorie woordsoorten
  • Werktijd


       

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan nu...
woordsoorten!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
Welke woordsoorten moet je kennen voor de toets? 
(Zie ook de planner op Classroom.)

* LW                                          
* ZN                                           
* BN    
* WW

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige naamwoorden
Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor 
een mens, dier, plant of ding. 
De afkorting van het zelfstandig naamwoord is ZN. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
De woorden van de taal kun je indelen in woordsoorten.

''De chagrijnige leraar moppert.'' 

         
Er staan vier woordsoorten in deze zin. Welke 3?
lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord en een werkwoord.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizje! Zes vragen 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden zijn
A
je mij ik hij zij u
B
op in aan achter
C
mijn uw jouw zijn haar
D
de het een

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
paard
B
school
C
liefde
D
mooi

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke bijvoeglijke naamwoorden zie je?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag 

Lezen: H. 2.1-Grammatica:
             theorie zn, lw, bn 
Maken: online: opdr.  1, 2, 3 


Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig
Vraag je buur of steek je vinger op
timer
20:00
   
- online: Verder oefenen 1, 1 t/m 4
CambiumNed: oefenen met woordsoorten
 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel 2 waarheden en 1 leugen over jezelf (wij raden, verklap het niet!)

Slide 29 - Open vraag

Nu is het hun beurt. In de instructie vertel ik dat ze in 1 bericht 2 waarheden moeten vertellen over zichzelf en 1 leugen. Daarna vraag ik een paar van jullie om wat jullie hebben opgeschreven te vertellen aan de klas die vervolgens moet staan en zitten.
Grammatica Woordsoorten



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden (ww)
We gaan naar de online methode, we lezen over:

- persoonsvorm, 
- werkwoordelijk gezegde, 
-scheidbaar samengesteld werkwoord

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies