Herhaling grammatica woordsoorten
Controleer je antwoorden en vul ze zo nodig aan:
- bijvoeglijk naamwoord (bn)
> zegt iets over een zelfstandig naamwoord
> kan zowel voor als achter het zelfstandig naamwoord staan
- voorzetsel (vz)
> korte woordjes: om, achter, naast, bij, tussen, tijdens, langs, voor, ...
> geven een plaats/richting aan
> 'kastwoorden' of 'feestjewoorden'