4M Chapter 3: I Writing & Grammar

4M English
Today:
- past tenses (verledentijds vormen)
- writing
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4M English
Today:
- past tenses (verledentijds vormen)
- writing

Slide 1 - Tekstslide

Past simple
actie/gebeurtenis die in het verleden heeft plaatsgevonden. 
- er is geen link naar nu 

Je maakt de past simple door: 
regular verbs (work-like-grab): add -ed 
irregular verbs (see-win-fly) : uit je hoofd leren. (p. 175-177)


Slide 2 - Tekstslide

Past continuous
actie in het verleden, die ook in het verleden is gestopt. 

Je maakt de past continuous door: 
were/was + verb + ing


Slide 3 - Tekstslide

Past simple vs. continuous
Je kan deze 2 vormen samen in een zin gebruiken. 
Lange actie/actie die eerder begon: past continuous
korte actie/actie die iets onderbreekt: past simple


Slide 4 - Tekstslide

Present perfect
iets in in het verleden begonnen en nu nog steeds relevant of aan de gang.
- er is een link tussen toen en nu

Je maakt de present perfect door: 
have/has + past participle (3e rijtje irregular verbs p. 175-177) 
regular verbs = walk -> walked 
irregular verbs = see -> seen

Slide 5 - Tekstslide

When I arrived at the party, the music (play) ________ loudly.
A
has played
B
is playing
C
was playing
D
played

Slide 6 - Quizvraag

I (study) ________ for three hours when I took a break.
A
had been studying
B
was studying
C
studied
D
have studied

Slide 7 - Quizvraag

By the time I got home, my mom (cook) ________ dinner.
A
was cooking
B
cooks
C
has cooked
D
cooked

Slide 8 - Quizvraag

We (visit) ________ the Eiffel Tower when we went to Paris.
A
have visited
B
visited
C
are visiting
D
was visiting

Slide 9 - Quizvraag

She (never/ride) ________ a horse before, but she is going to try it today.
A
has never ridden
B
had never ridden
C
never had ridden
D
never rode

Slide 10 - Quizvraag

I (ask)_______ you this question before, so you should know the answer.
A
asked
B
have asked
C
has asked
D
were asking

Slide 11 - Quizvraag

We (try) ______ to reach you, but you were already on the subway.
A
tried
B
have tried
C
has tries
D
were trying

Slide 12 - Quizvraag