VMBO - Grammar

Grammar
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammar

Slide 1 - Tekstslide

An, A, The 
A, An = een
The = de/het

An = woord begint/klinkt met a, e, i, o, u of au
A = eerste letter anders klinkt : University
The = gebruik je NIET bij: namen van meren, straten, winkels
* uitzondering video legt uit.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Past Tenses (verleden tijd)
- past simple
- present perfect
- past continuous

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil?
- Past Simple:  in het verleden gebeurd en nu ook "af"
(voorbeeld: I was in Italy last Summer)
- Present Perfect: in het verleden gebeurd en nu nog te merken
(voorbeeld: I've lived in Utrecht for 5 years)
- Past Continuous: In het verleden bezig, terwijl er ook iets anders gebeurt
(voorbeeld: I was walking, when you called)

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple
What
Past simple
When
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
How
Met -ed OF een onregelmatige vorm.
Signal words
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Examples
He walked her home last night.
I talked to him yesterday.
She swam a lot in her spare time during the holidays.
Our math teacher taught us a lot last year

Slide 7 - Tekstslide

Past simple = v.t.

Regular verbs
  • regelmatige werkwoorden

I worked yesterday. 
They laughed really hard.

  • WW + ED 

Irregular verbs
  • onregelmatige werkwoorden

I saw a huge bird last week. 
She broke her pen.

  • Tweede rijtje 
  • - See         - Saw           -Seen 
  • - Break     - Broke        - Broken 

Slide 8 - Tekstslide

Bladzijde 177 Kader, 175 Basis, Theoretisch 175, leer ze uit je hoofd!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Past continuous
Wat
Past continuous
Wanneer
Om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje doorgegaan is. 
Hoe
was of were + hele werkwoord + ing 
Signaalwoorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Voorbeelden
He was talking to his teacher yesterday.
You were working last month. 
She was playing yesterday. 

Slide 11 - Tekstslide

Past Continuous

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Present perfect
When
Acties die in het verleden zijn begonnen en die nu nog doorlopen/ waarvan je nu resultaat van merkt 
How
HAVE/ HAS + werkwoord -ed
Of
HAVE / HAS + onregelmatige werkwoord (3e rij).
Signal words
always - never - ever - for - since - how long

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Past tense
Past simple - Iets gebeurde in het verleden en is afgelopen

Past continuous- Iets was in het verleden aan de gang en stopte uiteindelijk of werd onderbroken door iets anders

Present perfect- ervaringen, dingen die in het verleden begonnen zijn en nu nog aan de gang zijn

Slide 16 - Tekstslide

Past tense
Past simple:    Regular verbs = ww+ ed,       Irregular verbs = 2de rij.


Past continuous:         was/were + ww + ing


Present perfect:  RV= Have/has + ww+ ed,    IV= Have/has + 3de rij.

Slide 17 - Tekstslide

Tip voor de student
- kijk thuis youtube filpmjes
- vraag het aan een vriend/vriendin
- oefen uit je werkboek met opdrachten
- geloof in je zelf. 
Past Simple wat was het nou?
Present Perfect hoe?
Past Continuous waarom? 

Slide 18 - Tekstslide