MC2 Les 3

Willkommen!
20.03.23
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!
20.03.23

Slide 1 - Tekstslide

Planung
- Wiederholung Grammatik
- Übungen besprechen
- Fragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Grammatik regelmäßige Verben
- Wat is een regelmatig werkwoord?
- Stappenplan vervoegen werkwoord:
  1. Welk werkwoord moet je vervoegen?
  2. Persoonlijk voornaamwoord/Zelfstandig naamwoord
  3. Stam werkwoord
  4. Uitgang 
Ezelsbruggetje: (Fe)esttenten


Slide 3 - Tekstslide

Regelmäßige Verben t.t.
ich
wohne
ik 
woon
du
wohnst
jij
woont
er/sie/es
wohnt
hij/zij/het
woont
wir
wohnen
wij
wonen
ihr
wohnt
jullie
wonen
sie
wohnen
zij
wonen
Sie
wohnen
u
woont
Pers. vnw
Wohnen
Pers. vnw.
Wonen

Slide 4 - Tekstslide

Übung
Werkwoord
Pers. vnw
vervoeging
Pers. vnw
(Duits)
vervoeging
(Duits) 
Schreiben
ik
schrijf
Spielen
wij
spelen
Hören
jullie
horen
Lernen
jij
leert
Glauben
zij
gelooft 

Slide 5 - Tekstslide

Grammatik stam eindigt op d/t
- Bij sommige ww eindigt de stam op een d of t 
(bijv. antworten --> stam = antwort)
- Je gebruikt niet de feesttenten-regel.
- Bij du, er/sie/es + ihr komt er een extra -e achter de stam (anders ''klinkerbotsing'')
- Dus niet du antwortst, maar du antwortest 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg
- De volgende ww krijgen dezelfde vervoeging als de ''d/t-werkwoorden''
-öffnen (openen)
-atmen (ademen)
-regnen (regenen)
-zeichnen (tekenen)
-rechnen (rekenen)

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik stam eindigt op s-klank
-In het Duits is er een uitzondering voor regelmatige werkwoorden die eindigen op een ''sisklank'' (een -s, een -ss, een -ß of een -z)

Slide 9 - Tekstslide

Je ziet dus dat bij de du-vorm de uitgang-st wordt vervangen door -t, aangezien in de stam van het werkwoord zelf al een sisklank zit.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wiederholung Modalverben
  • Werkwoordsvorm bij ich/er/sie/es krijgen geen uitgang
  • Bij de enkelvoudsvormen (ich/du/er/sie/es) verandert de klinker van de stam (bijv. können --> kannst)
  • Dürfen betekent mogen in de zin van toestemming hebben
  • Mögen betekent leuk vinden/iemand mogen/iets graag eten/lusten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Übungen
- Besprechen

Slide 14 - Tekstslide

Prüfung
- Viel Erfolg bei der Prüfung!!!
- Vragen

Slide 15 - Tekstslide