Verpleegplan. Diagnose stellen via PES/Carpenito

Klinisch redeneren en het vp-plan
Diagnose stellen via PES/Carpenito
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren en het vp-plan
Diagnose stellen via PES/Carpenito

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben jullie nodig?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Oefenen met een casus
Vp-problemen, doelen en acties
In groepjes casus 
werken aan portfolio

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week.......
Ben ik er niet
Jullie kunnen zelfstandig werken aan je portfolio, deze moet volgende week af zijn.
Je laat je PF nakijken door een medestudent.
Zie bijlage 2 reader voor beoordelingscriteria!
Niet nagekeken? Kan pf niet worden ingeleverd en lwp niet worden afgesloten!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er ingeleverd:
Opdracht 1 ( zelfstandig) :

Uitgewerkte persoonlijke casus volgens de 6 stappen van Bakker.

Opdracht 2: ( Leerteam)
Maak een Powerpoint/ Presi/ andere vorm van presentatie over het gekozen orgaansysteem passend bij casus, die jullie hebben gekozen in jullie leerteam. ( plaatsen op Teams).

Opdracht 3 (Leerteam)
Zoek of schrijf een infomatiefolder over een aanvullend onderzoek passend bij de presentatie
Extra uitdaging; pas de informatiefolder aan voor een zorgvrager van 12 jaar ( plaatsen op Teams) 

Opdracht 4 (individueel)
Reflectie volgens Korthagen ( zie bestanden in Teams)



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Je werkt in de thuiszorg.
Op donderdagochtend kom je bij dhr en mw de Vries.
Dhr de Vries is vorige week geopereerd aan zijn knie en jij komt dagelijks voor wondcontrole
Mw de Vries is beginnend dementerend, wat zich met name uit in het vergeten van dingen.
Dhr zorgt voor haar en zet dagelijks haar medicatie uit.
Vandaag tref je dhr en mw aan de keukentafel, dhr met hoogrode wangen, hij geeft aan zich niet fit te voelen.
Wat ga je doen? wat wil je weten?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk hulpmiddel kun je hier gebruiken
A
ABCD
B
SBARR
C
EWS
D
SAMP-C

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je ( nog) weten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

V oorgeschiedenis
Dhr de Vries
82 jaar oud
Voorgeschiedenis:
Blanco
TKP 03-01-2022e 

Medicatie: Fraxiparine 1x dd 0,3 ml
                       Paracetamol 4 x dd 1gr
                       Oxynorm  2x dd 10 mg
                       Oxycontin zn 3x dd 5 mg
         
  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controles
Temp 38.6
P: 100 reg
AH: 18 p/min
VAS: 3
Bewustzijn: alert

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nog nodig?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem (ABCDEF) heeft prioriteit?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je hem invullen?
S= de mentale en fysieke gezondheidstoestand;

B= de bestaande of eerder doorgemaakte ziekten, allergieën, behandelingen, zwangerschap, huidige behandeling c.q. medicatiebeleid, een eventuele behandelingsbeperking enz.
A= de meetgegevens, observaties, bloedwaarden;
      de mogelijke oorzaken (werkdiagnose);
     de urgentie van de situatie;
R= jouw aanbevelingen ten aanzien van consultatie, aanvullend onderzoek, aanpassingen klinisch beleid en eventuele overplaatsing van de patiënt. 




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg........
Uit een urinesediment  blijkt dat dhr een urineweginfectie heeft.
De huisarts schrijft hem daarvoor een kuur Augmentin 1200 mg  3x dd 1 tbl voor gedurende 7 dagen.
Op vrijdagmiddag kom jij weer bij de familie de Vries, dhr zijn koorts is gezakt naar 37.8.
Hij ligt op bed en is erg moe.
Hij geeft aan dat hij veel last heeft van zijn maag, hij is misselijk en is ook al zeker 4 x naar het toilet is geweest alwaar hij dunne def. had.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 1 actueel verpleegprobleem

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een potentieel of risico-probleem

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een diagnose = …
Een uitspraak die aanduidt om welk probleem het precies gaat. Het is een label dat op een bepaald proces wordt gekleefd, waardoor éénieder die in een bepaalde discipline is opgeleid, weet wat er zich precies afspeelt.

Slide 19 - Tekstslide

Belang van een verpleegkundige diagnose
Door middel van diagnosen kan men de zorg afstemmen op het individu. Verpleegkundige diagnosen richten de aandacht op de individuele behoeften van de cliënt die anders over het hoofd gezien worden.
Verpleegkundige diagnosen zijn een effectief middel om te communiceren met collega's en andere beroepsgroepen.
Verpleegkundige diagnosen laten je ook gerichter observeren.
Verpleegkundige diagnosen bevorderen de continuïteit van de zorg.
Verpleegkundige diagnosen dragen bij tot de professionalisering van de beroepsgroep.
Structuur van een verpleegkundige diagnose
Verpleegkundige diagnostiek is als het ware een taal waarmee verpleegkundigen met elkaar kunnen communiceren. Zoals in elke taal, gelden er ook voor de taal van de verpleegkundige diagnostiek een aantal vormelijke regels.
Een verpleegkundige diagnose wordt in een vaste vorm beschreven: de PES-structuur.
Twee soorten problemen
Medische problemen: Een gedeelte van het lichaam functioneert niet goed meer en daar moet wat aan worden gedaan: men is lichamelijk ziek en wil van de ziekte af, men heeft een breuk en wil die hersteld zien, men is psychisch ziek en wil dat hieraan verholpen wordt … Met deze problematiek gaat men naar een arts.

Verpleegkundige problemen: medische problemen hebben hun invloed op het dagdagelijkse functioneren van een persoon: men kan niet instaan voor hygiëne, men kan zich slecht verplaatsen, wonden moeten worden verzorgd, men heeft psychische of sociale begeleiding nodig, …dit noemen we verpleegkundige problemen.

Slide 20 - Tekstslide

Medisch probleem
Medische problemen gaan over ziektes, trauma’s, psychiatrische aandoeningen,…. Deze problemen worden door een arts gediagnosticeerd volgens de ICD-10 code (International Classification of Diseases).
Bij medische problemen is de arts verantwoordelijk voor het vaststellen en benoemen (labelen) van het probleem. Bovendien is het de arts die de behandeling moet bepalen.
Verpleegkundigen moeten de arts soms bijstaan bij de uitvoering van behandelingen. Er bestaat een hele lijst van ‘toevertrouwde medische handelingen’ die verpleegkundigen kunnen uitvoeren wanneer er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:


Verpleegkundig probleem
Verpleegkundige problemen hebben veelal betrekking op de gevolgen van medische problemen op het normaal functioneren van een persoon in zijn omgeving. Toch kunnen ook andere oorzaken dan medische (bijvoorbeeld economische) aan de basis van verpleegkundige problemen liggen. De verpleegkundige problemen worden gelabeld tot verpleegkundige diagnoses.
Verpleegkundige problemen kunnen zich op verschillende domeinen situeren:
lichamelijk (fysisch)
psychisch (vb. angst)
sociaal ( vb. sociaal isolement)
existentieel ( vb. manier waarop men in het leven staat)
Gezamenlijk probleem
 Naast de zuiver medische en zuiver verpleegkundige problemen bestaan er ook gezamenlijke problemen. Gezamenlijke problemen zijn complicaties van ziekte en behandeling (hypoglycaemie, longembolie…)

Bij een gezamenlijk probleem is de arts verantwoordelijk voor de diagnose en de behandeling. De verpleegkundige observeert, rapporteert en voert de behandeling uit. De arts draagt de eindverantwoordelijkheid. De verpleegkundige heeft een deelverantwoordelijkheid om te observeren, te rapporteren, te interveniëren, … zodat het probleem onder controle kan worden gehouden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige problemen 
  • De verpleegkundige verantwoordelijk om de diagnose te stellen en  behandelplan,
  • Geeft sommige interventies door aan collega’s,
  • blijft eindeverantwoordelijkheid voor de behandeling van het probleem. 
  • Evalueert op geregelde tijdstippen of de doelen zijn bereikt. 
  • Stelt zo nodig doelen bij.

Slide 22 - Tekstslide

De verpleegkundige verantwoordelijk om de diagnose te stellen en een behandelplan (therapie) naar voor te schuiven.
Net zoals een arts niet alle interventies zelf uitvoert, moet ook een verpleegkundige dit niet steeds zelf doen. Sommige interventies worden doorgegeven aan collega’s, verzorgenden, andere paramedici, …
De verpleegkundige blijft wel eindeverantwoordelijkheid dragen voor de behandeling van het probleem. Dat betekent dat op geregelde tijdstippen moet worden geëvalueerd of de vooropgestelde doelen zijn bereikt. Waar nodig wordt bijgestuurd.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aard van het probleem
In de verpleegkundige diagnostiek maakt men een onderscheid in 3 soorten verpleegkundige problemen:
  • actuele problemen
  • risico – problemen
  • mogelijke problemen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actueel probleem
Het probleem is duidelijk aanwezig. Men ziet symptomen. Men stelt zich tot doel om het probleem op te lossen of te verlichten.
Het probleem wordt voorgesteld door de P, E en S.

P: decubitus/doorligplekken
E: cliënt kan niet draaien, verkeert in slechte voedingstoestand
S: roodheid van de huid op de stuit, ontveld plekje van 1 cm diameter

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico - probleem
Het probleem is nog niet aanwezig, maar er is een verhoogd risico om een probleem te ontwikkelen. 

Het probleem wordt voorgesteld door de P en de E. De formulering gebeurt als: "risico op …"

P: risico op ondervoeding
E: De cliënt kan moeilijk eten door een slecht onderhouden gebit.
    Ten gevolge van beginnende dementie beseft de cliënt niet dat goed eten belangrijk is.
S: /

Slide 27 - Tekstslide

Je ziet nog geen symptomen. Er zijn alleen risicofactoren. Als je niets doet, zal het probleem wel komen. 
Mogelijk probleem
Er is een vermoeden van een bepaald probleem. Bijkomende gegevens zijn nodig om te bevestigen of het inderdaad om een probleem gaat.

Het probleem wordt voorgesteld door de P en de S. De formulering gebeurt als: "mogelijk probleem:"
P: Mogelijk probleem: machteloosheid
E: / (Nog geen oorzaken bekend)
S: De familie laat weten dat de cliënt "laat hangen" en soms kwaad wordt omdat hij zichzelf niet meer kan verzorgen.
    Verder zijn er nog geen symptomen waargenomen.

Slide 28 - Tekstslide

Het doel bij dit probleem ligt primair bij de verzameling van extra, relevante gegevens zodat je een diagnose kan stellen of uitsluiten.
Mogelijke problemen worden geformuleerd om te voorkomen dat een belangrijke diagnose over het hoofd wordt gezien of om te vermijden dat je verkeerdelijk al een probleem aangeeft op grond van onvoldoende gegevens.

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jacques is 6 kg vermagerd de laatste 3 weken.
Hij is voortdurend misselijk door medicijnen.
Hij weegt 55 kg en is 1m84 groot. Hij zegt dat hij de laatste weken heel slecht gegeten heeft. Hij vertelt dat hij zich zo "slap" voelt. Hij kan niet goed bijten door zijn slechte gebit.

Vul de PES in.....

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking PES
P= Ondervoeding
E= Hij kan niet goed bijten door zijn slecht gebit./ Hij is voortdurend misselijk door medicijnen.
S= Jacques is 6 kg vermagerd de laatste 3 weken. Hij weegt 55 kg en is 1m84 groot. Hij zegt dat hij de laatste weken heel slecht gegeten heeft. Hij vertelt dat hij zich zo "slap" voelt.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen:

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan nu:
Casus in de groepjes:
Check in de kanalen of je in een ( juist) groepje bent ingedeeld.
Ik kom "langs" in de  groepjes.
Daarna werken aan Portfolio.
12.00 sluiten we gezamenlijk af.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies