Kies 2, Thema 7 Geld Les 1

Kies 2 Thema 7
Geld
 les 1,  Inkomsten en uitgaven

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kies 2 Thema 7
Geld
 les 1,  Inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les weet je wat budgetteren is.
  • Je weet wat de voordelen van sparen zijn.
  • Je weet hoe een verzekering werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is budgetteren

Slide 3 - Woordweb

Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Slide 4 - Tekstslide

Budgetteren
Je doet allerlei uitgaven. Je betaalt je telefoonabonnement en koopt weleens een nieuwe jas. uitgaven die je regelmatig moet doen noem je vaste lasten. Denk daarbij aan je telefoonabonnement.
Als je wilt weten hoeveel geld je uit kunt geven moet je weten hoeveel geld je binnen krijgt en wat je vaste lasten zijn. Je kunt hier inzicht in krijgen door te budgetteren. Dat betekent dat je een overzicht maakt van al je inkomsten en uitgaven: een begroting. Daarin kun je zien of je geld overhoudt of tekortkomt

Slide 5 - Tekstslide

Sparen 
Het kan handig zijn om te sparen door regelmatig geld op een spaarrekening op zij te zetten, heb je genoeg geld voor grote of onverwachte uitgaven.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Als je kijkt naar jouw uitgaven waar zou je dan op kunnen bezuinigen?

Slide 8 - Woordweb

Als je jouw inkomsten wilt verhogen hoe zou je dat dan kunnen doen?

Slide 9 - Woordweb

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 10 - Tekstslide

Nibud: soorten uitgaven
  1. Dagelijkse uitgaven
  2. Vaste lasten
  3. Incidentele uitgaven
Dagelijkse uitgaven:
de gewone uitgaven die je betaald van het huishoudgeld (bijv. eten, drinken, persoonlijke verzorging)
Vaste lasten:
de uitgaven die iedere maand of kwartaal terugkomen (bijv. rekening voor gas en elektriciteit, woonlasten, verzekeringen, contributies en abonnementen)
Incidentele uitgaven:
uitgaven die je niet zo vaak doet of die niet regelmatig zijn (kleding, meubels, vakantie, reparaties)

Slide 11 - Tekstslide

Wat is budgetteren?
A
een begroting maken
B
geld verdienen
C
geld sparen
D
geld uitgeven

Slide 12 - Quizvraag

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ..
A
dagelijkse uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
Vaste lasten

Slide 13 - Quizvraag

Bij wie kun je terecht voor informatie en tips over budgetteren?
A
Consumentenbond
B
ANWB
C
De bank
D
Het Nibud

Slide 14 - Quizvraag


Tot welke groep behoort de aankoop van een allesreiniger?
A
Dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 15 - Quizvraag

Verzekeren
Stel er wordt bij je ingebroken en je laptop wordt gestolen. Je kunt die laptop terugkrijgen als je daar een verzekering voor hebt afgesloten. Een verzekering is een overeenkomst tussen jou en een verzekeraar: jij betaalt regelmatig een bedrag en in ruil daarvoor vergoedt de verzekeraar bepaalde kosten. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke soorten verzekeringen ken je ?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

18+ en dan
  • zelf zorgverzekering
  • zorgtoeslag
  • DIGID
  • kinderbijslag vervalt 
  • aansprakelijkheidsverzekering
  • tegemoetkoming scholieren  

Slide 19 - Tekstslide

Maken
  • Maken opdracht thema 7 opdracht 1, 2  en 3 
  • Je mag samenwerken en overleggen

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie van de les
1. Waarom is budgetteren handig?
2. Wat zijn de voordelen van sparen?
3. Hoe werkt een verzekering?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide