Ravj - Hoofdstuk 8

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Lessonup
Aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Ruilen over tijd, wat is dat ?
Als je ruilt over de tijd kies je ervoor om of in het heden of in de toekomst meer geld tot je eigen beschikking te hebben.  Dit noemen we ook wel  'Intertemporele ruil

Voorbeelden:
Wie spaart                                                 Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd
Als je geld leent                                      Ook vervroegen van consumptie betekent ruilen over tijd
Je eigen pensioensopbouw             Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd


Slide 3 - Tekstslide

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 4 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 5 - Tekstslide

Beleggen
Rendement op beleggen: Totale opbrengst aan rente of dividend en koerswinst.

Risico's beleggen:
1. De waarde van het aandeel (stukje van het bedrijf) kan hoger of lager worden op de aandelen beurs.
2. Wanneer het bedrijf geen winst maakt heb jij geen dividend.

Slide 6 - Tekstslide

Dividend
  • Als aandeelhouder heb je recht op dividend. 
  • Dat is de winstuitkering voor aandeelhouders. 
  • Hoe hoger de winst, hoe hoger het dividend kan zijn. 
  • Het dividend is inkomen uit bezit.

Slide 7 - Tekstslide

Pensioensopbouw

Slide 8 - Tekstslide

Levensloop
In je leven doorloop je verschillende fases.
Samen vormen deze levensfases je levensloop.


Slide 9 - Tekstslide

In welke leeftijdsfase profiteer je het meeste van de overheid?

Slide 10 - Open vraag

Levensloop

Slide 11 - Tekstslide

Overdracht van inkomen: betalen of ontvangen van de overheid

  • Jongeren ontvangen zorg en onderwijs. Ze betalen geen belasting: ze zijn netto ontvangers van overdrachten.
  • Ouderen ontvangen AOW en zorg. Ze betalen wel belasting, maar ontvangen meer: ze zijn ook netto ontvangers. 
  • Werkenden betalen premies en belasting. Ze ontvangen ook overdrachten van de overheid, maar ze betalen meer: ze zijn netto betalers. 

Slide 12 - Tekstslide










De werkenden (actieven) betalen de uitkering ontvangers (niet-actieven)
Vergrijzing

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Studeren is ook ruilen over tijd !

Slide 15 - Tekstslide

Inter = Tussen

Tempo(reel) = Tijd. 

Intertemporele ruil houdt in dat je ruilt over tijd. 


Slide 16 - Tekstslide

Vergrijzing 2015
Vergrijzing 2040

Slide 17 - Tekstslide

Is het verstandig om zelf te sparen voor je pensioen? Zo ja, vanaf welke leeftijd zou je dat willen gaan doen?

Slide 18 - Open vraag

Welke positieve dingen nemen we mee van vorige generaties?

Slide 19 - Open vraag

Ruilen tussen generaties
  • Positief: 
  • kennis wordt doorgegeven aan volgende generaties. 

  • Negatief: 
  • milieuproblemen en klimaatproblemen worden ook doorgegeven aan volgende generaties. 


Slide 20 - Tekstslide

Externe effecten
Positieve of negatieve externe effecten van productie of consumptie worden niet meegerekend bij onze welvaart.

Milieuvervuiling door het rijden met de
auto wordt niet door de markt in de prijs
van benzine meegenomen.
De overheid corrigeert dit met een accijnsbedrag per liter benzine.

Slide 21 - Tekstslide

Welke negatieve dingen nemen we mee van vorige generaties?

Slide 22 - Open vraag

Profijtbeginsel
Je betaalt omdat je profiteert van goederen of diensten die
de overheid levert.

"De verbruiker moet betalen."

Slide 23 - Tekstslide

Profijtbeginsel/draagkrachtbeginsel
Draagkracht: De sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten 
(vb inkomstenbelasting)

Profijtbeginsel: De gebruiker betaalt. 
(vb: Hondenbelasting, parkeerheffing)

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken tot en met 8.6 tot en 8.9


Slide 25 - Tekstslide