Je kan uitleggen wat politieke participatie betekent.
Je kan 2 visies over politieke participatie beschrijven en vergelijken.
Je kan de visies van de 3 ideologieën over democratie (& participatie) beschrijven.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
8.3 Politieke participatie
Leerdoelen:
Je kan uitleggen wat politieke participatie betekent.
Je kan 2 visies over politieke participatie beschrijven en vergelijken.
Je kan de visies van de 3 ideologieën over democratie (& participatie) beschrijven.
Slide 1 - Tekstslide
Participatie
Is erg belangrijk in een democratie. (Bedenk waarom)
Bekijk de afbeelding.
Welk punt wil de tekenaar maken?
Op welk land lijkt NL volgens jou?
Slide 2 - Tekstslide
Geef een synoniem voor 'participatie'
Slide 3 - Open vraag
Participatie verschilt per groep
Slide 4 - Tekstslide
Lees de theorie op p. 142
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen electorale participatie en niet-electorale participatie?
Slide 7 - Open vraag
2 visies
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Maak opdracht 8, vraag 3 & 4(p. 139 van het werkboek)
Slide 10 - Open vraag
Maak opdracht 8, vraag 3 & 4(p. 139 van het werkboek)
Slide 11 - Open vraag
Instrumentele of ontwikkelingsvisie?
Sleep de stellingen op de volgende slide naar de goede visie.
Slide 12 - Tekstslide
Ontwikkelingsvisie
Instrumentele visie
Het is belangrijk dat de besluiten die genomen worden in de 2e Kamer overeenkomen met de mening van het volk, ongeacht of ze bij de besluitvorming betrokken worden.
Een politieke partij wil jongeren betrekken bij het maken van wetten, zodat het voelt als hun eigen besluit en ze zich er beter aan zullen houden.
Amsterdammers worden uitgedaagd om actief mee te denken over oplossingen voor het fietsersprobleem in de spits.
D.m.v. enquêtes word gevraagd naar de mening van burgers over smartphonegebruik onder jongeren. Experts beslissen daarna over de maatregelen.
Slide 13 - Sleepvraag
Lees het oranje blokje over ideologieën op p. 143
Slide 14 - Tekstslide
Het is belangrijk om de macht zoveel mogelijk te verdelen over alle burgers en referenda zijn hier een goed middel voor
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
Slide 15 - Quizvraag
Maak nu opdracht 10, p. 140 Typ je antwoord hieronder.
Slide 16 - Open vraag
Evaluatie
Leerdoelen:
Je kan uitleggen wat politieke participatie betekent.
Je kan 2 visies over politieke participatie beschrijven en vergelijken.
Je kan de visies van de 3 ideologieën over democratie (& participatie) beschrijven.
Slide 17 - Tekstslide
In hoeverre heb je de leerdoelen behaald?
Slide 18 - Poll
Geef een korte samenvatting van deze paragraaf (3-5 zinnen).
Slide 19 - Open vraag
Waar wil je nog meer uitleg over?
Slide 20 - Open vraag
Herhaal nog even de concepten uit dit hoofdstuk (tot nu toe):
Richting en tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de (on)mogelijkheid om deze te beïnvloeden.
Macht die als legitiem wordt beschouwd
De manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vormgeven aan deze verschillen.