8.3 gevolgen van sociale ongelijkheid

§8.3 De gevolgen van sociale ongelijkheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§8.3 De gevolgen van sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Pagina 153
Gevolgen van sociale ongelijkheid
  • Kloof tussen hoog- en laagopgeleid
  • Sociale uitsluiting
  • Conflicten ten gevolg van maatschappelijke verschillen

Gevolgen van sociale ongelijkheid zijn zichtbaar op micro-, meso- en macroniveau: 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebieden waarop ongelijkheid ontstaat 


  1. Onderwijs
  2. Cultuur en vrije tijd 
  3. Politiek 
  4. Gezondheid  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kloof en het onderwijs
  • Cultureel kapitaal: De kennis, houdingen en opvattingen en smaak die horen bij hogere sociale posities
  • beoordeling op school: hoger opgeleide ouders communiceren doorgaans anders dan lager opgeleide ouders
  • Referentiekade: ouders die zelf een opleiding hebben  --> kind moet ook 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De kloof in cultuur en vrije tijd
  • Elitecultuur
  • Massacultuur
Er zijn verschillen in vrijetijdsbesteding tussen hoog- en laagopgeleiden: 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elitecultuur
('high end', smaakverschil)
Massacultuur
(populaire hobby's en vrije tijd)
Cultuur en vrije tijd 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kloof in de politiek
Verschillen in maatschappelijke positie leiden tot verschillen in deelname aan de politiek. 
Participatie wordt onder andere beïnvloedt door opleiding, religie, sekse en etniciteit. 
Ook representativiteit is van groot belang. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie wat de representatie van heel Nederland op basis van opleiding zou moeten zijn. 

Als opleidingsniveau leidend zou zijn, zou er een ruime meerderheid zijn voor mensen die alleen middelbare school of een mbo hebben afgerond. Mensen met een universitaire of HBO-opleiding zouden zich moeten neerleggen bij een plek in de oppositie.

Slide 11 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je de daadwerkelijke representatie op basis van opleiding in de Tweede Kamer (2017). 

De Tweede Kamer is dus niet representatief en dit begrip kan aan de hand van dit voorbeeld worden uitgelegd.
Niet electorale participatie
(lobbyen, contacten, protestacties)

Electorale participatie
(stemmen, campagne, lidmaatschap)
 Politieke participatie 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instrumentele visie
Ontwikkelingsvisie
Politieke participatie is een middel om besluiten te nemen. Betrokkenheid van burgers is belangrijk maar geen doel op zich. 
Politieke participatie als doel op zich. Meer participatie is goed voor de democratie.
De wenselijkheid van participatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kloof en gezondheid
Verschillen in opleidingsniveau leiden tot verschillen in levensverwachting. Dit heeft te maken met:
  • Kennis
  • Levensstijl
  • Gedrag
  • Communicatievaardigheden 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak  de tekst verkenner op blz. 78

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies