In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Transport door celmembranen
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
- Weet je hoe water, glucose en andere stoffen de cellen in- en uitgaan
- Kan je met behulp van diffusie en osmose verklaren welke richting opgeloste deeltjes / water heen bewegen bij een concentratieverschil.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling: Dieren- en plantencellen
Wat zijn de verschillen tussen dieren- en plantencellen ook alweer?
De celmembraan (en celwand) is vandaag het onderwerp.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling: Dieren- en plantencellen
Wat zijn de verschillen tussen dieren- en plantencellen ook alweer?
De celmembraan (en celwand) is vandaag het onderwerp.
Slide 4 - Tekstslide
Welke van deze nummers geeft het celmembraan aan van de plantencel?
A
Nummer 2
B
Nummer 4
C
Nummer 5
D
Nummer 6
Slide 5 - Quizvraag
Het celmembraan
- Dubbele laag fosfolipiden (hydrofiele kop + hydrofobe staart) - In het celmembraan zitten kanaaltjes. Voor elke stof is een apart kanaaltje waar de stof door heen kan.
Slide 6 - Tekstslide
Passief en actief transport
Passief transport - Met concentratieverval mee (van hoog -> laag) - Kost geen energie.
Bij passief transport van deeltjes spreek je van diffusie.
Actief transport
- Tegen concentratieverval in (van laag -> hoog)
- Kost wel energie.
Slide 7 - Tekstslide
Diffusie in een vloeistof
Diffusie met een permeabel membraan
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Diffusie is een vorm van actief transport, aangezien deeltjes heen en weer bewegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor soort membranen zijn er?
Permeabel
Semi-permeabel
Alles doorlaatbaar: Zowel water als opgeloste deeltjes.
Alleen water doorlaatbaar: Deeltjes gaan niet door het membraan
Deeltje (glucose)
Slide 11 - Tekstslide
Semi-permeabel membraan
Hoe beweegt water, zodat er dezelfde concentratie aan beide kanten zit?
Uiteindelijk komt er dezelfde concentratie stoffen aan beide kanten. Hoe? Water kan zich ook verplaatsen. Ook wel osmose genoemd.
Alleen water verplaatst!
Slide 12 - Tekstslide
Permeabel membraan
Water beweegt van een lage naar een hoge concentratie/osmotische waarde.
3%
9%
3%
9%
6%
6%
Osmose
Slide 13 - Tekstslide
Osmose
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen celwand en celmembraan?
Celwand is net een koffiefilter
Het laat water en opgeloste deeltjes door en houdt grote deeltjes tegen.
Celmembraan is selectief permeabel: Eiwitkanalen kunnen open of dicht.
--> Permeabel!
Slide 15 - Tekstslide
In een bak zit een semi-permeabel membraan. In de ene helft is de osmotische waarde hoger dan de ander.
Naar welke richting beweegt het water zich om uiteindelijk in beide bakken dezelfde concentratie te krijgen?
A
van een lage osmotische waarde naar een hoge osmotische waarde
B
van een hoge osmotische waarde naar een lage osmotische waarde
Slide 16 - Quizvraag
Hoe spreken we over hogere/lagere concentraties?
Hypotonisch: De oplossing heeft een lagere concentratie stoffen dan de andere oplossing.
Als je twee oplossingen vergelijkt:
Isotonisch: De oplossing heeft dezelfde concentratie stoffen dan de andere oplossing.
Hypertonisch: De oplossing heeft een hogere concentratie stoffen dan de andere oplossing.
Slide 17 - Tekstslide
Een plantencel in een oplossing
Wij spreken dan van:
Plasmolyse
Grensplasmolyse
Turgor
Slide 18 - Tekstslide
Welke van deze drie lag in een hypotonische oplossing?