Grammatica woordsoorten 2 mavo/havo blok 3 hulp- en zelfstandig werkwoord les 3

Redekundig ontleden
BLOK 3 
Hulp werkwoord
Zelfstandig werkwoord

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Redekundig ontleden
BLOK 3 
Hulp werkwoord
Zelfstandig werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
  • ZWW
  • geeft de handeling aan 
  • kan er maar één van zijn
  • staat vaak achterin de zin
  • infinitief of vdw



Hulpwerkwoord
  • HWW
  • helpt een zww
  • kunnen er meer van zijn
  • staat NOOIT alleen in een zin





  • Karel werkt hard.
  • Karel heeft hard gewerkt.
  • Karel kan best hard werken.
  • Karel zal hard moeten werken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Werkwoord dat de actie aangeeft in de zin
B
Werkwoord dat een ander werkwoord helpt

Slide 3 - Quizvraag

Maak een zin met 1 ZWW.

Slide 4 - Open vraag

Maak een zin met 1 HWW en 1 ZWW.

Slide 5 - Open vraag

Benoem de ww:
Zou dit pakket al afgeleverd zijn?
ZOU =
A
hww
B
zww

Slide 6 - Quizvraag

Benoem de ww:
Zou dit pakket al afgeleverd zijn?
ZIJN =
A
hww
B
zww

Slide 7 - Quizvraag

Benoem de ww:
Zou dit pakket al afgeleverd zijn?
AFGELEVERD =
A
hww
B
zww

Slide 8 - Quizvraag

Ik LAG net heerlijk te slapen!
Wat is het woord in deze zin: LAG?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
(hulp)werkwoord
D
voorzetsel

Slide 9 - Quizvraag

Ik lag net heerlijk te SLAPEN!
Wat is het woord in deze zin: SLAPEN?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
hulpwerkwoord
D
zelfstandig werkwoord

Slide 10 - Quizvraag