NT2 carnaval

NT2 carnaval
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NT2 carnaval

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is carnaval?
  • (Katholiek) volksfeest 
  • 3 - 5 dagen  (officieel 3 dagen)  
  • Feest voor het vasten begint
  • 40 dagen voor Pasen
  • februari/maart 

Slide 3 - Tekstslide

Waar vieren ze carnaval?
  • Het zuiden van Nederland
    (Noord - Brabant en Limburg)
  • België en Duitsland 
  • Waar veel katholieken wonen
  • Andere landen zoals Brazilië

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe je met carnaval?
  • Feesten vieren
  • Lekker eten en drinken (bier)
  • Hossen en zingen op carnavalsmuziek
  • Polonaise
  • Gek! 

Slide 5 - Tekstslide

Hossen en polonaise

Slide 6 - Tekstslide

Wat draag je tijdens carnaval?
  • Een kostuum    (verkleden)
  • Een pruik
  • Een masker
  • Schmink
  •  Zo gek mogelijk

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wie is de baas tijdens carnaval?
  • Prins Carnaval
  • Sleutel van de
      burgemeester
  • Raad van 11

Slide 9 - Tekstslide

De optocht

Slide 10 - Tekstslide

Groet met carnaval
ALAAF!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

www.lessonup.app

Slide 14 - Tekstslide

Hoe lang duurt carnaval?

A
1 week
B
3 dagen
C
2 dagen
D
3 - 5 dagen

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer vier je carnaval?
A
in de zomer
B
in de vakantie
C
40 dagen voor Pasen
D
in februari

Slide 16 - Quizvraag

Waarom vieren we carnaval?
A
Omdat het verplicht is
B
Om te feesten voor het vasten
C
Omdat het traditie is
D
Om de Prins zijn verjaardag te vieren

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk geloof hoort carnaval?
A
katholiek
B
alle geloven
C
protestant
D
gereformeerd

Slide 18 - Quizvraag


Hoe heet dansen met carnaval?
A
hoppen
B
dancing
C
dansen
D
hossen

Slide 19 - Quizvraag


Wat zie je tijdens carnaval?
A
de docent
B
verklede mensen
C
vasten
D
veel auto's

Slide 20 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de optocht
B
de prins
C
de confetti
D
de polonaise

Slide 21 - Quizvraag

Wie is dit?
A
de burgemeester
B
de prinses
C
de prins
D
de praalwagen

Slide 22 - Quizvraag



Wat drinken mensen tijdens carnaval?
A
water
B
bier
C
wijn
D
cola

Slide 23 - Quizvraag


Wat is een carnavalsgroet?
A
Houdoe!
B
Ajuus!
C
Alaaf!
D
Gefeliciteerd

Slide 24 - Quizvraag

Carnaval
het feest                     de confetti                  de pruik
het bier                        de serpentine            zingen
de ballon                     verkleden                    de raad van 11
de optocht                  schmink                       vasten
het masker                  de polonaise             de prins
alaaf                               de muziek                   de fanfare
gek  doen                     de wagen                    hossen  

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video