h5 water

2 tl hst5 Water
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2 tl hst5 Water

Slide 1 - Tekstslide

Les 1: Programma 
  • 10 min test jezelf bespreken hst 3 vanaf opg 6, 
  • 5 min vragen stellen voor toets hst 3 daarna door met  hst 5

Hst 5.1, in deze les leer je:
  • De verschillende soorten water
  • De drie fasen(=toestanden) van stoffen en namen van de faseovergangen
  • Wat de waterkringloop is .

Slide 2 - Tekstslide

Soorten water
Zout water
Zoet water
Brak water
"zoet"  water bestaat eigenlijk niet, het is gewoon minder zout!
brak water = een mix

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

 Drie fasen (=toestanden) waarin water kan voorkomen
IJs: Water is vast, de stof heeft een vaste vorm  kun je niet samenpersen.


Water: Water is vloeibaar heeft geen vaste vorm, kun je niet samenpersen.

(Wolken (dus stoom ook) bestaan uit kleine druppels water)

Waterdamp: Water is gasvormig
heeft geen vaste vorm,kun je wél samen persen. |
                                  Waterdamp is onzichtbaar; 

Slide 5 - Tekstslide

  • de fase van een stof bij  kamertemperatuur  (T=20oC) 
    is een stofeigenschap


  • voor de rode faseovergangen is warmte
    nodig bij blauwe faseovergangen komt warmte vrij  




  • sommige vaste stoffen kunnen makkelijk vervluchtigen 
    (als je een vaste stof kunt ruiken heb je altijd met
    vervluchtigen te maken) 
Faseovergangen  en het deeltjesmodel
Vervluchtigen
In de zomer ruik je mij beter
rijpen

Slide 6 - Tekstslide


Waterkringloop
(de hoeveelheid water op aarde blijft constant vanwege deze kringloop)

grondwater wordt gefilterd door de aarde maar bevat wél opgeloste stoffen zoals b.v. kalk

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag: 
  • hw aanstaande maandag toets hst 3
    Neem boek A mee ivm huiswerkcontrole(geen boek is hw niet in orde)!!

  • hw voor 24 jan: Leren 5.1 en
    afmaken 2, 3, 5, 7, 9 t/m 15, 17 en 19

Slide 8 - Tekstslide

Les 2: Programma 
  • vragen hw?
  • einde les om de beurt vegen bij veel propjes/ dingen op grond
  • sneller beginnen met les en minder "pielen" dan heb je meer tijd voor hw

Hst 5.2, in deze les leer je:
  • Wat een suspensie is
  • Hoe je een suspensie kunt scheiden door de scheidingsmethodes bezinken en afgieten of filteren te gebruiken

Slide 9 - Tekstslide

5.2 Schoon water maken van oppervlakte water
Oppervlakte water is vaak troebel doordat groepjes van vaste deeltjes (vaak zand) bij elkaar geklonterd zweven in het water. 
- Een troebele vloeistof noem je een suspensie
- Een suspensie kun je scheiden door de vloeistof een tijdje te laten staan, de zware deeltjes zakken naar de bodem, je kunt daarna de vloeistof afgieten
- Je kunt de suspensie ook filtreren die scheidingsmethode werkt beter en sneller.
- Beide scheidingsmethodes worden hierna uitgelegd,


Om een suspensie gemengd te krijgen moet je schudden/roeren voor gebruik
Voorbeelden: 
  • slootwater,
  • chocolademelk, jus d'orange
  • nagellak, verf
Een suspensie is altijd troebel en gekleurd

Slide 10 - Tekstslide

Bezinken èn afgieten: scheiden op verschil in dichtheid
Wanneer: als je een vaste stof uit een suspensie wilt halen 

Werking: 
  • de stof met de grootste dichtheid (= vaste stof) zakt naar de bodem 
  • daarna schenk je de heldere vloeistof daarboven voorzichtig af 
  • tijdens het afgieten mengt de vaste stof meestal toch weer met de vloeistof 
  • (kan versneld worden door centrifugeren)

Dichtheid en zinken, zweven drijven: 
  • Stoffen met een grotere dichtheid dan de
     vloeistof zinken,
  • Stoffen met dezelfde dichtheid zweven
  • Stoffen met een kleinere dichtheid blijven drijven
  

Slide 11 - Tekstslide

Filtreren: scheiden op basis van verschil in deeltjesgrootte 
Wanneer: als je een vaste stof uit een suspensie wilt halen

Werking: 
  • de stof met de grootste deeltjes blijven in het filter achter en vormen het residu 
  • de opgevangen vloeistof is helder en noem je het filtraat

Nodig: 
  • trechter
  • filtreerpapier
  • extra reageerbuis 

Het filtraat(de opgevangen vloeistof) is helder dus een oplossing
  

Slide 12 - Tekstslide

Les 3: Programma 
  • vragen hw?

Hst 5.3, in deze les leer je:
  • Waarom je gefilterd water nog verder moet reinigen voordat je er drinkwater van kunt maken 
  • Hoe je een oplossing kunt scheiden met behulp van indampen of destilleren
  • Hoe de scheidingsmethodes adsorberen en extraheren werken

Slide 13 - Tekstslide

5.3 Stoffen scheiden
- gefilterd oppervlaktewater of grondwater bevat nog ongewenste opgeloste stoffen die je moet verwijderen  

- dat kan niet met filtreren want bij een oplossing zijn de opgeloste vaste deeltjes zo fijn verdeeld over de vloeistof dat ze gewoon door het filter lopen.


Slide 14 - Tekstslide

Indampen: scheiden op basis van verschil in kookpunt
Wanneer: als je vaste stof uit oplossing wilt

Werking: 
  • het oplosmiddel heeft een lager kookpunt en verdampt als eerste
  • de vaste stof blijft over als residu

Nodig: 
  • indampschaaltje
  • driepoot en gaasje
  • brander 
  

Slide 15 - Tekstslide

Indampen: scheiden op basis van verschil in kookpunt

Slide 16 - Tekstslide

Destilleren: scheiden op basis van verschil in kookpunt
Wanneer: als je uit een oplossing een vloeistof wilt halen

Werking: 
  • de stof met het laagste kookpunt verdampt als eerste, 
  • de damp condenseert in de koeler
  • de gecondenseerde opgevangen vloeistof is het destillaat
  • de stof(fen) met het hoogste kookpunt hou je over als residu

Nodig: 
  • brander en statief,
  • thermometer
  • twee erlenmeyers
  • destillatie kolom met koeler
  

Slide 17 - Tekstslide

Adsorberen = scheiden door verschil in hechtingsvermogen

Wanneer: als je uit een vloeistof of gas ongewenste stoffen wilt verwijderen 
 
Werking: 
  • ongewenste (vaak giftige) stoffen hechten aan het adsorptiemiddel (meestal actieve koolstof)
  • hoe fijner het adsorptiemiddel is des te beter kunnen ongewenste stoffen hechten 
  • daarna moet je altijd nog filtreren 


  
Nodig: 
  • adsorptiemiddel (meestal actieve koolstof)
  • filter 
  

Slide 18 - Tekstslide

Extraheren= scheiden door verschil in oplosbaarheid

Wanneer: als je uit een vaste stof de kleur-, geur- en of smaakstoffen wilt trekken 
 
Werking: 
  • een deel van de vaste stof lost wel op in de
    extractievloeistof en een ander deel niet 
  • daarna moet je altijd nog filtreren (en soms
    wordt het filtraat nog ingedampt)



  
Nodig: 
  • extractievloeistof (meestal water, soms alcohol)
  

Slide 19 - Tekstslide

Overzicht van alle scheidingsmethodes met voorbeelden

Slide 20 - Tekstslide

5.4 drinkwater maken uit oppervlakte water winning drinkwater uit oppervlakte water
  • oppompen water
  • filtreren en beluchten
  • ziektekiemen doden met chloor, ozon of uv
  • koolstoffilter voor adsorptie geur- en smaakstoffen 
 meer vervuild dan grondwater--> opvangen in spaarbekken en vuil bezinkt
plaatje drinkwater uit oppervlakte water klik op de plus

Slide 21 - Tekstslide

5.4 Hard water
  • Op veel plaatsen in Nederland bevat het kraanwater veel opgelost kalk . We spreken dan van hard water.
  • Je kunt meten hoeveel deeltjes per liter zijn opgelost
  • Hardheid van water meet je in DH (Duitse Hardheid)
  • Nadeel van hard water,
    het vormt kalkaanslag (= ketelsteen) in apparaten
    waardoor ze:
- minder goed werken, 
- eerder kapot gaan en
- meer energie (of zeep) nodig hebben om hetzelfde te bereiken

Slide 22 - Tekstslide

5.4 Hard water
  • Op veel plaatsen in Nederland bevat het kraanwater veel opgelost kalk en magnesium. We spreken dan van hard water.
  • Je kunt meten hoeveel deeltjes per liter zijn opgelost
  • De hardheid van water meet je in DH 
  • Nadeel van hard water, het vormt kalkaanslag
    (= ketelsteen) 
    in machines waardoor ze:
  • - minder goed werken, 
  • eerder kapot gaan en meer energie nodig hebben om hetzelfde te bereiken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zelfstandig werken
 Hw: leren 2.1+ maken 2.1

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken

  • practicumdossier afmaken en nakijken
  • Leren 2.1 t/m 2.3+ Maken 2.3 

Slide 26 - Tekstslide

Mengsels
Oplossing
Emulsie
Suspensie
  • vaste stof / vloeistof / gas opgelost in een vloeistof (oplosmiddel)
  • de moleculen van de opgeloste stoffen zijn volledig gemengd met het oplosmiddel 
  • groepjes van vaste deeltjes die bij elkaar geklonterd zweven in een vloeistof.
  • Schudden/roeren voor gebruik
  • na een tijdje bezinkt de vaste stof
  • 2 (of meer) vloeistoffen die niet mengen.
  • belletjes van de ene vloeistof in de andere
  • een emulgator houdt de vloeistoffen gemengd
helder, soms gekleurd
troebel, altijd wit/ gekleurd
troebel, altijd wit/ gekleurd
Herh: hst 2 + 5 drie soorten                        :

Slide 27 - Tekstslide

Afspraken: 
  • je krijgt om de beurt 5 min.
  • je mag het boek gebruiken
  • een vraag uit het hoofd goed beantwoord is 3 p waard
  • een vraag goed opgezocht is 1p waard
  • wie haalt de meeste punten in 5 minuten?
Overhoor elkaar (of jezelf ;))

Slide 28 - Tekstslide