Alles om ons heen bestaat uit
stoffen. Denk hierbij niet alleen aan het katoen waar je T-shirt van is gemaakt, of de stoflaag die op je kamer ligt omdat je nog niet hebt gestofzuigd, maar alle materie: water, ijzer, zuurstof, glas, katoen, etc.
Een stof kun je herkennen aan zijn stofeigenschappen. Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
kleur: goud heeft zijn eigen kleur.
geur: benzine kun je ruiken.
smaak: suiker smaakt zoet, citroen smaakt zuur.
brandbaarheid: hout is brandbaar, water brandt niet.
geleiding: metalen geleiden warmte en elektriciteit, plastic niet.
magnetisme: ijzer en nikkel kunnen magnetisch zijn, maar alle andere metalen niet.