NOVA H7.3 les 8 batterijen

  • DEZE LES





Deze les nodig:
- schrift
- pen
NOVA HAVO5      Les 8
energie uit redoxreacties:
batterijen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • DEZE LES





Deze les nodig:
- schrift
- pen
NOVA HAVO5      Les 8
energie uit redoxreacties:
batterijen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- je kunt de onderdelen van een elektrochemische cel
   herkennen in een batterij
- je kunt aangeven welke reactie verloopt bij de plus/min pool 
- je kunt rekenen aan een redox-reactie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog?
1. Geef de halfreactie van de OX en de RED
2. Geef de richting van de elektronen aan
3. Wat is de plus/min pool?
4. wat gebeurt er in de zoutbrug?
Daniell cel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende vragen gaan over de Daniell cel.
Deze elektrochemische cel werd in 1836 uitgevonden door John Frederic Daniell

RED: Zn(s)
OX: Cu2+

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Geef de halfreactie die plaatsvindt in de linker halfcel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Geef de halfreactie die plaatsvindt in de linker halfcel

Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Geef de halfreactie die plaatsvindt in de rechterhalfcel (Cu2+ = Ox)

Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Geef de halfreactie die plaatsvindt in de rechterhalfcel (Cu2+ = Ox)

Zn --> Zn2+ + 2e-
Cu2+ + 2e- --> Cu

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Geef aan hoe de elektronen zich verplaatsen.


Cu2+ + 2e- --> Cu
Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat is de pluspool en wat is de minpool in deze cel?

Cu2+ + 2e- --> Cu
Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. De zoutbrug sluit de stroomkring: wat gebeurt er bij de zoutbrug?

Cu2+ + 2e- --> Cu
Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke redoxreactie vidt er plaats?
Daniell cel
Cu2+ + 2e- --> Cu
Zn --> Zn2+ + 2e-

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen aan redoxreacties

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen aan redoxreacties

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen aan redoxreacties

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
klassikaal opgave 22a
Gebruik: Binas tabel 48 
  • OX: Welk deeltje staat het hoogst in de tabel?
    (kijk in de linker kolom van boven naar beneden)


Slide 16 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: K+(aq), Br−(aq), Br2(aq), H2O(l), Pt(s)

• bekerglas 2: Zn2+(aq) + SO42−(aq), H2O(l), Zn(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Br2.

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Zn(s).
Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
klassikaal opgave 22a
Gebruik: Binas tabel 48 
  • OX: Welk deeltje kom je als eerste tegen?
    (kijk in de linker kolom van boven naar beneden)

      --> Br2 is de sterkste oxidator

Slide 17 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: K+(aq), Br−(aq), Br2(aq), H2O(l), Pt(s)

• bekerglas 2: Zn2+(aq) + SO42−(aq), H2O(l), Zn(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Br2.

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Zn(s).
Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
klassikaal opgave 22a
Gebruik: Binas tabel 48 
  • OX: Br2 in bekerglas 1
  • de RED moet in het andere bekerglas zitten
      Welk van die deeltjes staat het laagst in de tabel?
      (kijk in de rechter kolom van beneden naar boven)
TIP: DENK AAN DE ELEKTRODEN!! DIE KUNNEN OOK REAGEREN

Slide 18 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: K+(aq), Br−(aq), Br2(aq), H2O(l), Pt(s)

• bekerglas 2: Zn2+(aq) + SO42−(aq), H2O(l), Zn(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Br2.

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Zn(s).

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Fe(s).
Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
klassikaal opgave 22a
Gebruik: Binas tabel 48 
  • OX: Br2 in bekerglas 1
  • de RED moet in het andere bekerglas zitten
      Welk van die deeltjes staat het laagst in de tabel?
      (kijk in de rechter kolom van beneden naar boven)
TIP: DENK AAN DE ELEKTRODEN!! DIE KUNNEN OOK REAGEREN
      --> Zn is de sterkste reductor

Slide 19 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: K+(aq), Br−(aq), Br2(aq), H2O(l), Pt(s)

• bekerglas 2: Zn2+(aq) + SO42−(aq), H2O(l), Zn(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Br2.

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Zn(s).

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Fe(s).
Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
En nu zelf: opgave 23a
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: Ag+(aq), NO3−(aq), Ag(s), H2O(l)

• bekerglas 2: Fe2+(aq), NO3−(aq), H2O(l), Fe(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Ag+(aq).

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Fe(s).
Batterijen: wat is de ox, wat is de red?
En nu zelf: opgave 23a

--> sterkste ox is Ag+
        in bekerglas 1
--> sterkste red is Fe
        in bekerglas 2

Slide 21 - Tekstslide

Aanwezige deeltjes:
• bekerglas 1: Ag+(aq), NO3−(aq), Ag(s), H2O(l)

• bekerglas 2: Fe2+(aq), NO3−(aq), H2O(l), Fe(s)

In bekerglas 1 bevindt zich dus de sterkste oxidator: Ag+(aq).

In bekerglas 2 bevindt zich dus de sterkste reductor: Fe(s).
Batterijen zijn geoptimaliseerde Daniell cellen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ox = mangaan (IV)oxide
red = zink

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen werk
Leer H7.3. Je moet het volgende kennen/kunnen:
- de namen van de onderdelen van een elektrochemische cel
- hoe je weet welk deeltje als OX / RED reageert in een batterij
- hoe je weet wat de plus/min pool is
- aangeven hoe de elektronen en ionen door de cel bewegen
(Af)maken 22 + 23 + 24 + 25
Kijk je werk na

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies