H3 Signaalwoorden en tekstverbanden
1. Opsomming- zaken worden achter elkaar opgesomd.
2. Tegenstelling- eerder genoemde dingen worden tegen gesproken.
3. Voorbeeld (toelichting) - er wordt een voorbeeld/toelichting/uitleg gegeven.
4. Tijdsvolgorde (chronologisch)- Geeft aan in welke tijdsvolgorde iets gebeurt.
5. Oorzaak-gevolg -Laat zien waardoor iets gebeurt (waarop je geen invloed hebt).
6. Voorwaarde- Maakt duidelijk onder welke voorwaarde iets gebeurt.
Opdracht: schrijf elk tekstverband op en noteer drie signaalwoorden bij elk tekstverband.