6.1 Europa na Napoleon

Hoofdstuk 6
6.1 Europa na Napoleon

Klas 2 havo/vwo
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
6.1 Europa na Napoleon

Klas 2 havo/vwo

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • In deze paragraaf leer je hoe grote staten in Europa de vrede bewaakten. 
  • In deze paragraaf leer je hoe het nationalisme opkwam. 
  • In deze paragraaf leer je hoe de Frans-Duitse oorlog ontstond en verliep. 
  • In deze paragraaf leer je hoe de internationale spanningen toenamen.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
De politiek-maatschappelijke stromingen (denkrichtingen). 

  • Liberalisme.
  • Nationalisme.
  • Socialisme.
  • Confessionalisme.
  • Feminisme.


Slide 3 - Tekstslide

Nationalisme
  • In 1815 woonden er in Europa verschillende volken.
  •  Bij veel volken was nationalisme ontstaan.
  •  Zij voelden zich één natie en streefden naar een natiestaat.  
 


Slide 4 - Tekstslide

Nationalisme
  • Soms leefde één volk verspreid over meerdere staten of verschillende volken samen in multi-etnische staten zoals Oostenrijk, Rusland en het Ottomaanse rijk.  

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
  • nationalisme: streven naar een eigen natiestaat 
  • natie: volk 
  • natiestaat: staat van één volk 
  • multi-etnische staat: (veelvolkenstaat) staat waarin meerdere volken leven 

Slide 6 - Tekstslide

Bismarck
  • Kanselier van Pruisen. 
  • Kanselier: Duitse regeringsleider
  • Frans-Duitse oorlog werd door hem in gang gezet. 

Slide 7 - Tekstslide

Frans-Duitse oorlog
  • 1870-1871
  • Bismarck wilde een verenigd Duitsland bereiken. 
  • Dit wilde hij doen door van Frankrijk een gezamenlijke vijand te maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Frans-Duitse oorlog
  • Frankrijk verloor uiteindelijk de oorlog.
  • Duitsland werd een natiestaat onder leiding van de koning van Pruisen. (staat van één volk)
  • Koning werd nu keizer. 

Slide 9 - Tekstslide

Spanningen
  • Na 1871 groeiden de spanningen tussen staten in Europa. 
  • Rusland vergrootte zijn macht ten koste van het Ottomaanse rijk.  

Slide 10 - Tekstslide

Spanningen
  • Rusland steunde het nationalisme van Ottomaanse volken in Zuidoost-Europa.
  • Sommige volken verklaarden zich onafhankelijk. Hierdoor verzwakte het Ottomaanse rijk.  

Slide 11 - Tekstslide

WO1
Twee Ottomaanse volken, de Serviërs en Bosniërs, raakten met elkaar in conflict. Dit leidde uiteindelijk tot de Eerste Wereldoorlog. 

Slide 12 - Tekstslide