Laatste werkdag mevrouw Abdellaoui = dinsdag 2 februari
Slide 2 - Tekstslide
HERHALING BS 5.5.
Het knipperen met de ogen wordt het ooglidreflex genoemd. Deze reflex kan bijvoorbeeld optreden als iemand met een slaande beweging naar je ogen maakt.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is in dit geval de functie van het ooglidreflex?
timer
2:00
Slide 4 - Open vraag
De ooglidreflex kan ook optreden als je hoornvlies te droog wordt. De zenuwuiteinden in de buitenste laag van het oog worden dan geprikkeld. Van welk type zenuwcellen maken deze zenuwuiteinden deel uit?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
Slide 5 - Quizvraag
De impulsen die de ooglidreflex laten optreden, worden door een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel geleid. Welk deel van het centrale zenuwstelsel is dit?
A
grote hersenen
B
hersenstam
C
kleine hersenen
D
ruggenmerg
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waar vind je kraakbeenweefsel in het lichaam?
timer
1:30
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Kraakbeenweefsel bestaat vooral uit:
A
lijmstof
B
kalkzouten
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
De tussencelstof van beenweefsel bestaat vooral uit:
A
lijmstof
B
kalkzouten
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
ZELFSTANDIG WERKEN
Vrijdag 15 januari
Maak in het online boek van thema 7 - stevigheid en beweging; bs 7.2. Kraakbeenweefsel en beenweefsel: opdr. 9 t/m 12