14-10 quiz

Quiz 
Over Nederlands en Nederland

Welk groepje wint en krijgt eeuwige roem?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz 
Over Nederlands en Nederland

Welk groepje wint en krijgt eeuwige roem?

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we eerst?
- Maak groepjes van 3-5 personen
- Maak 4 papiertjes: A / B / C / D
- Bepaal wie de team captain is; die houdt steeds één van de papiertjes omhoog.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Wie of wat + gezegde
C
Wie of wat + ow + gezegde
D
Wie of wat + pv

Slide 3 - Quizvraag

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vaak barbecuet de
gemiddelde
Nederlander per jaar?
A
8
B
9
C
14
D
19

Slide 7 - Quizvraag

Wat is alektorofobie?
A
angst voor kippen
B
angst voor lezen
C
angst voor elektriciteit
D
angst voor vleermuizen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van 'huiskamersleutel'?
A
huiskamersleutelje
B
huiskamersleutelletje
C
huiskamersleutelinkje
D
huiskamersleuteltje

Slide 9 - Quizvraag

Wie schreef de tekst van het Wilhelmus?
A
Rembrandt van Rijn
B
Michiel de Ruyter
C
Willem van Nassouwe
D
Johannes Vermeer

Slide 10 - Quizvraag

In welke film spelen een groep kinderen een belangrijke rol in het verzet tegen de Duitse bezetter?
A
Afblijven
B
Oorlogswinter
C
Kruistocht in spijkerbroek
D
Het leven van een loser

Slide 11 - Quizvraag

Wat bedoelt men in Zuid-Afrika als ze het hebben over een ‘Kameelperd’?
A
een zebra
B
een leeuw
C
een olifant
D
een giraffe

Slide 12 - Quizvraag

Een tekst bestaat uit: inleiding, middenstuk, slot.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Bij het tekst verband conclusie kan het volgende signaalwoord worden gebruikt:
A
maar
B
ten eerste
C
want
D
dus

Slide 14 - Quizvraag

Welke saus hoort niet bij een patatje oorlog?
A
curry
B
pindasaus
C
ketchup
D
mayonaise

Slide 15 - Quizvraag

Welk doel heeft de prijs Jonge Jury Jeugdliteratuur?
A
Promoten van volwassenenliteratuur
B
Ouders betrekken bij jeugdliteratuur
C
Meer winst maken voor uitgevers
D
Jongeren aanmoedigen om te lezen

Slide 16 - Quizvraag

Welke letter komt na de letter 'G' in het alfabet?
A
F
B
J
C
H
D
I

Slide 17 - Quizvraag

In welk jaar werd de euro ingevoerd in Nederland?
A
2001
B
2000
C
2002
D
2003

Slide 18 - Quizvraag

Volgens het oude spreekwoord leiden meerdere wegen naar
A
Praag
B
Parijs
C
Maaskantje
D
Rome

Slide 19 - Quizvraag

Welke samenstelling is verkeerd geschreven?
A
oorlogschip
B
weidevogel
C
winterpeen
D
maneschijn

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord voor lolly?
A
lollietje
B
lolly'tje
C
lolly's
D
lolly-tje

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de volledige naam van prinses Amalia?
A
Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria
B
Amalia-Charlotte Louise Beatrix
C
Amalia-Isabella Sophie Beatrix
D
Alexandra-Amalia Maria Beatrix

Slide 22 - Quizvraag

Wie bepaalt de winnaar van de prijs Jonge Jury Jeugdliteratuur?
A
jongeren
B
ouders
C
schrijvers
D
volwassenen

Slide 23 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een .... tekst.
A
instructieve
B
informerende
C
overtuigende
D
amuserende

Slide 24 - Quizvraag

Waar ben je bang voor als je lijdt aan hippopotomonstrosesquipedaliofobie?
A
lange woorden
B
nijlpaarden
C
huiswerk
D
regen

Slide 25 - Quizvraag

einde van de quiz

Slide 26 - Tekstslide