Pub quiz Nederlands

Quizzz.... Nederland (s)
50 vragen
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quizzz.... Nederland (s)
50 vragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel letters heeft dit langste woord in het Nederlands?

aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen
A
23
B
68
C
50
D
43

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij ...... (t.t. veranderen) zijn keuze voor zijn vervolgopeliding.
A
veranderd
B
verandert

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speciaal voor mij is ze naar de ijsboer ...(sjezen)
A
gesjeest
B
gesjeesd
C
gesheest
D
gesheesd

Slide 4 - Quizvraag

10 seconden
Wie is de schrijver van het boek 'Vals'?
A
Esther Verhoef
B
Simone van der Vlugt
C
Suzanne Vermeer
D
Mel Wallis de Vries

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de genre van het boek 'Vals'?
A
sciencefiction
B
thriller
C
romantiek
D
fantasy

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord werd uitgeroepen tot woord van het jaar in 2023?
A
Blokkeerfries
B
Klimaatklever
C
Graaiflatie
D
Prikspijt

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitspreekt, noem je dit een
A
spreekwoord
B
citaat
C
schrijfwijze

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verleden tijd van het woord 'hockeyen'?
A
hockiede
B
hockeyde
C
hokiede
D
hockyde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een palindroom.
A
lepel
B
tafel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verwijswoord?
A
Een woord dat verwijst naar een zelfstandig naamwoord.
B
Een woord dat verwijst naar een ander woord.
C
Een woord dat verwijst naar een werkwoord.
D
Een woord dat verwijst naar zichzelf.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen leesteken?
A
komma
B
vraagteken
C
hoofdletter
D
trema

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
kapotte
B
rode
C
kleine
D
ijzeren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, uw, ons
B
Ik, jij, hij, zij, wij
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een handleiding is een ... tekst
A
amuserende
B
instruerende
C
activerende
D
informerende

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kattebelletje?
A
Een lange brief
B
Een telefoongesprek
C
Een kort briefje
D
Een e-mail

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt 'stofzuigen' in de verleden tijd vervoegd?
Hij ............. gisteren
A
stofzoog
B
zuigde stof
C
stofzuigde
D
zoog stof

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een labyrint?
A
Een biologie opdracht
B
Een doolhof
C
Een klacht
D
Een grapje

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke letter komt na de letter 'T' in het alfabet?
A
V
B
S
C
U
D
W

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de correcte spelling van het woord
A
krokket
B
kroket
C
krooket
D
croquet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet(en) de komma('s)?
Hé daar rijdt de minister-president.
A
Hé daar, rijdt de minister-president.
B
Hé, daar rijdt de minister-president.
C
Hé daar rijdt de minister-president.
D
Hé, daar, rijdt de minister-president.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de minister van Onderwijs?
A
Internationale betrekkingen onderhouden
B
Infrastructuur beheren
C
Wetenschappelijk onderzoek doen
D
Beleid ontwikkelen en toezicht houden op onderwijs

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen Zuid-Afrikanen een string?
A
Een onderbroek
B
Een bikini
C
Een slipje
D
Een amperbroekkie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van de Nederlandse zanger die 'Reünie' heeft uitgebracht?
A
Snelle Jelle
B
Suzan & Freek
C
Snelle
D
Mart Hoogkamer

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan oriënterend lezen helpen bij het begrijpen van een tekst?
A
Het herkennen van grammaticale fouten
B
Het vinden van moeilijke woorden in de tekst
C
Het onthouden van alle feiten in de tekst
D
Het helpt om de structuur van de tekst te begrijpen.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer van André Hazes is een bekend volkslied geworden?
A
De Vlieger
B
Een Beetje Verliefd
C
Zij Gelooft in Mij
D
Bloed, Zweet en Tranen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet(en) de komma('s)?
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips koekjes popcorn en cola.
A
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn en cola.
B
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn, en cola.
C
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips koekjes, popcorn en cola.
D
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn en, cola.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van gans?
A
gansen
B
ganssen
C
gansje
D
ganzen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het Wilhelmus officieel het Nederlandse volkslied geworden?
A
1820
B
1568
C
1702
D
1932

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je deze zomer op het strand een 'paperback' leest. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
spannend boek
B
boek van gerecycled papier
C
boek met harde kaft
D
boek met zachte kaft

Slide 30 - Quizvraag

15 seconden
Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Wie of wat + gezegde
C
Wie of wat + ow + gezegde
D
Wie of wat + pv

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak barbecuet de
gemiddelde
Nederlander per jaar?
A
8
B
9
C
14
D
19

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is alektorofobie?
A
angst voor kippen
B
angst voor lezen
C
angst voor elektriciteit
D
angst voor vleermuizen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verkleinwoord van 'huiskamersleutel'?
A
huiskamersleutelje
B
huiskamersleutelletje
C
huiskamersleutelinkje
D
huiskamersleuteltje

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie schreef de tekst van het Wilhelmus?
A
Rembrandt van Rijn
B
Michiel de Ruyter
C
Willem van Nassouwe
D
Johannes Vermeer

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke film spelen een groep kinderen een belangrijke rol in het verzet tegen de Duitse bezetter?
A
Afblijven
B
Oorlogswinter
C
Kruistocht in spijkerbroek
D
Het leven van een loser

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest gestolen boek uit de bibliotheek?
A
50 shades of grey
B
de bijbel
C
guinness book of records
D
Harry Potter

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt men in Zuid-Afrika als ze het hebben over een ‘Kameelperd’?
A
een zebra
B
een leeuw
C
een olifant
D
een giraffe

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst bestaat uit: inleiding, kern en een slot.
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de missie van Stach in het boek "de Koning van Katoren?"
A
Een toverdrank brouwen
B
Een draak verslaan
C
De zeven opdrachten van de koning volbrengen
D
Een schat vinden

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het tekst verband conclusie kan het volgende signaalwoord worden gebruikt:
A
maar
B
ten eerste
C
want
D
dus

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke saus hoort niet bij een patatje oorlog?
A
curry
B
pindasaus
C
ketchup
D
mayonaise

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk doel heeft de prijs Jonge Jury Jeugdliteratuur?
A
Promoten van volwassenenliteratuur
B
Ouders betrekken bij jeugdliteratuur
C
Meer winst maken voor uitgevers
D
Jongeren aanmoedigen om te lezen

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke letter komt na de letter 'G' in het alfabet?
A
F
B
J
C
H
D
I

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verkleinwoord voor lolly?
A
lollietje
B
lolly'tje
C
lolly's
D
lolly-tje

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volledige naam van prinses Amalia?
A
Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria
B
Amalia-Charlotte Louise Beatrix
C
Amalia-Isabella Sophie Beatrix
D
Alexandra-Amalia Maria Beatrix

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt de winnaar van de prijs Jonge Jury Jeugdliteratuur?
A
jongeren
B
ouders
C
schrijvers
D
volwassenen

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsbericht is een .... tekst.
A
instructieve
B
informerende
C
overtuigende
D
amuserende

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ben je bang voor als je lijdt aan hippopotomonstrosesquipedaliofobie?
A
lange woorden
B
nijlpaarden
C
huiswerk
D
regen

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

einde van de quiz

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies