H7 Goederenopslag

H7 Goederenopslag
Lesdoelen:

* je weet wat ompakken, etiketteren, sorteren en coderen is
* je weet wat een pallet en stelling is
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7 Goederenopslag
Lesdoelen:

* je weet wat ompakken, etiketteren, sorteren en coderen is
* je weet wat een pallet en stelling is

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opslaggereed maken
Goederen worden met een vrachtwagen bij de groothandel afgeleverd. Nadat je ze hebt gecontroleerd, maak je ze opslaggereed.
  Opslaggereed maken = het klaarmaken van de goederen voor opslag in het magazijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je begint met het sorteren van alle goederen. Dat betekent dat je bij elkaar zet wat bij elkaar hoort.
Sorteren op:
- artikelgroep
- prioriteit 
Wat is prioriteit??

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het sorteren bepaal je waar de goederen naartoe moeten. Ook kijk je of er nog iets met de goederen moet gebeuren...
Ompakken of op een andere pallet?
Ompakken = het opnieuw verpakken van de goederen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In veel groothandels moet je de goederen voorzien van een etiket (etiketteren) of een code (coderen). Dat etiket of de code geeft dan bijvoorbeeld aan:
  • om welk artikel het gaat
  • waar het artikel naartoe moet
  • hoe het artikel behandeld moet worden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je wat de barcode of streepjescode inhoudt/betekend?
A
via een scanner
B
via een tablet
C
via een boek
D
via een leespen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sligro komt dit binnen...
Hoort het bij Food of Non food?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag...
Bij een groothandel komen pakken koffie binnen in dozen van 24 stuks. De koffie wordt aan de klant verkocht in dozen van 8 stuks. De koffie moet dus worden omgepakt.

  1. Er komen 5 dozen koffie binnen. Hoeveel pakken koffie zijn dit?
  2. Hoeveel dozen zijn er nadat de koffie is omgepakt?


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt goederen opslaan op een vlonder of een pallet. Een vlonder en een pallet zijn allebei van hout en zien er ongeveer hetzelfde uit. 
Een vlonder is alleen voor het opslaan van goederen. Een pallet gebruik je voor het opslaan én vervoeren van goederen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt goederen ook in een stelling opslaan. Een stelling ziet eruit als een boekenkast. Hij kan helemaal open zijn, of een achterwand en zijwanden hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor producten zou je opslaan in een koelcel??

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een koelcel mag niet kouder zijn dan 2 graden Celsius en niet warmer dan 5 graden Celsius.

Diepvriesproducten, zoals pizza’s, ijs of voorgebakken frietjes, bewaar je in een vriescel. De beste temperatuur voor een vriescel is -18 graden Celsius of nog kouder.
Waarom zou je de temperatuur goed moeten controleren?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 4 opslagmethodes

Slide 14 - Open vraag

vloer
vlonder of pallet
stelling
koel of vriescel
Wat voor goederen??
Om te weten welke opslagplaats je moet kiezen, houd je rekening met de kenmerken van de goederen! 

> hoe ziet het eruit? 
> aantal keren dat iets wordt verkocht (omzetsnelheid)?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine goederen > in een stelling met vakken (vakstelling)
Grote goederen > op de grond of op een pallet

Sommige goederen kan je stapelen > op een pallet
Spijkers, moeren, etc. > stelling met kleine vakjes
Spullen die bederven > koelcel
Kleding > ophangen in zakken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is omzetsnelheid ook alweer???

Iets dat niet snel wordt verkocht = slow mover (langzaamloper)
Wat zou een fast mover zijn?
Fast movers staan vaak vooraan in een magazijn, waar je makkelijk bij kunt. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden voorbeelden van 'seizoensartikelen' zijn??
A
Boek
B
Bikini
C
Slippers
D
Keukenmes

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je bij het opslaan van goederen rekening houden met hun fysieke eigenschappen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Magazijnindeling
Bij de indeling van een magazijn heb je vaak te maken met een werkvoorraad en een bulkvoorraad. Deze voorraden sla je apart op. De werkvoorraad (of orderverzamelvoorraad) is de voorraad waaruit je tijdens het orderverzamelen goederen verzamelt. De bulkvoorraad is de voorraad waaruit je de werkvoorraad aanvult. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorraad zou de meeste ruimte in beslag nemen? Werk- of bulkvoorraad??

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de indeling van het magazijn houd je ook rekening met het opslagsysteem.
Het opslagsysteem bepaalt op welke manier de goederen een plaats in het magazijn krijgen.

Naast het opsplitsen van de voorraad in een bulk- en een werkvoorraad, kun je twee andere opslagsystemen onderscheiden:
Vaste opslag en Vrije opslag


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • vaste opslag:  waarbij je voor elk soort goederen een vaste plaats reserveert
  • vrije opslag: waarbij je een artikel op elke lege plaats in het magazijn kunt opslaan.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je moet een order verzamelen. Uit welke voorraad doe je dat?
A
Bulkvoorraad
B
Werkvoorraad

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies