07 - Goederenopslag

H 7 - Goederenopslag

Doel - Aan het einde van dit hoofdstuk ken je de begrippen:


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H 7 - Goederenopslag

Doel - Aan het einde van dit hoofdstuk ken je de begrippen:


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H7 Goederenopslag
Lesdoelen:

* je weet wat ompakken, etiketteren, sorteren en coderen is
* je weet wat een pallet en stelling is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opslaggereed maken
Goederen worden met een vrachtwagen bij de groothandel afgeleverd. 

Nadat je ze hebt gecontroleerd, maak je ze opslaggereed.

  Opslaggereed maken = het klaarmaken van de goederen voor opslag in het magazijn.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je begint met het sorteren van alle goederen. 
Dat betekent dat je bij elkaar zet wat bij elkaar hoort.
Sorteren op:
- artikelgroep
- prioriteit 

Wat is prioriteit??

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het sorteren bepaal je waar de goederen naartoe moeten. Ook kijk je of er nog iets met de goederen moet gebeuren.

Ompakken of op een andere pallet?
Ompakken = het opnieuw verpakken van de goederen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In veel groothandels moet je de goederen voorzien van een etiket (etiketteren) of een code (coderen). 
Dat etiket of de code geeft dan bijvoorbeeld aan:
  • om welk artikel het gaat
  • waar het artikel naartoe moet
  • hoe het artikel behandeld moet worden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je wat de barcode of streepjescode inhoudt/betekend?
A
via een scanner
B
via een tablet
C
via een boek
D
via een leespen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sligro komt dit binnen...
Hoort het bij Food of Non food?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag...
Bij een groothandel komen pakken koffie binnen in dozen van 24 stuks. 
De koffie wordt aan de klant verkocht in dozen van 8 stuks. 
De koffie moet dus worden omgepakt.

  1. Er komen 5 dozen koffie binnen. Hoeveel pakken koffie zijn dit?
  2. Hoeveel dozen zijn er nadat de koffie is omgepakt?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vlonder en Pallet
Je kunt goederen opslaan op een vlonder of een pallet. Een vlonder en een pallet zijn allebei van hout en zien er ongeveer hetzelfde uit. 

  • Een vlonder is alleen voor het opslaan van goederen.
  • Een pallet gebruik je voor het opslaan én vervoeren van goederen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Je kunt goederen ook in een stelling opslaan. 

Een stelling ziet eruit als een boekenkast. Hij kan helemaal open zijn, of een achterwand en zijwanden hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor producten zou je opslaan in een koelcel??

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koelcel en Vriescel
Een koelcel niet kouder  dan 2 en niet warmer dan 5 graden.
Een vriescel is -18 graden  of nog kouder.

Diepvriesproducten, zoals pizza’s, ijs of voorgebakken frietjes, bewaar je in een vriescel. 

Waarom zou je de temperatuur goed moeten controleren?


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 4 opslagmethodes

Slide 15 - Open vraag

vloer
vlonder of pallet
stelling
koel of vriescel
Keuze opslagplaats 
Om te weten welke opslagplaats je moet kiezen, houd je rekening met de kenmerken van de goederen! 

> hoe ziet het eruit? 
> aantal keren dat iets wordt verkocht (omzetsnelheid)?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine goederen > in een stelling met vakken (vakstelling)
Grote goederen > op de grond of op een pallet

Sommige goederen kan je stapelen > op een pallet
Spijkers, moeren, etc. > stelling met kleine vakjes
Spullen die bederven > koelcel
Kleding > ophangen in zakken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is omzetsnelheid ook alweer???
Iets dat niet snel wordt verkocht = slow mover (langzaamloper)

Wat zou een fast mover zijn?

Fast movers staan vaak vooraan in een magazijn, waar je makkelijk bij kunt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden voorbeelden van 'seizoensartikelen' zijn??
A
Boek
B
Bikini
C
Slippers
D
Keukenmes

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je bij het opslaan van goederen rekening houden met hun fysieke eigenschappen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Magazijnindeling
Voorraden in een magazijn; werkvoorraad en bulkvoorraad. 
Deze voorraden sla je apart op. 

De werkvoorraad (of orderverzamelvoorraad) is de voorraad waaruit je tijdens het orderverzamelen goederen verzamelt. 
De bulkvoorraad is de voorraad waaruit je de werkvoorraad aanvult. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorraad zou de meeste ruimte in beslag nemen? Werk- of bulkvoorraad??

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opslagsysteeem
Bij de indeling van het magazijn houd je rekening met het opslagsysteem.
Het opslagsysteem bepaalt op welke manier de goederen een plaats in het magazijn krijgen.

Naast het opsplitsen van de voorraad in een bulk- en een werkvoorraad, kun je twee andere opslagsystemen onderscheiden:
Vaste opslag en Vrije opslag


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste opslag en Vrije opslag
  • Vaste opslag:  waarbij je voor elk soort goederen een vaste plaats reserveert
  • Vrije opslag: waarbij je een artikel op elke lege plaats in het magazijn kunt opslaan.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je moet een order verzamelen. Uit welke voorraad doe je dat?
A
Bulkvoorraad
B
Werkvoorraad

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slot; Vragen? Doelen behaald? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les is afgelopen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies