4.1 De stroomkring

4.1 De stroomkring
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

4.1 De stroomkring

Slide 1 - Tekstslide

 Stroomkring

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Twee draden in een snoer

Slide 4 - Tekstslide

Spanning
Spanning is een grootheid voor elektrische energie. De eenheid die daarbij hoort is Volt. (V)

Hoe groter de spanning, hoe sneller de elektronen willen bewegen van + naar -. 

Als een lampje 6Volt nodig heeft om te branden, heb je dus ook 6Volt aan batterijen nodig om dit lampje te laten branden. 


Slide 5 - Tekstslide

STROOMSTERKTE
Door een klein lampje gaat een kleine stroom. Door een sterke elektromotor gaat een grote stroom.

Hoe groot de stroom is, geef je aan met de STROOMSTERKTE. Deze wordt gemeten in AMPÉRE (A)

Slide 6 - Tekstslide

GEVAARLIJK?
Stroom is alleen gevaarlijk als de stroomsterkte groot is (veel ampére dus!)

Op een batterij zit maar een kleine stroomsterkte, het voelt wel vervelend, maar het is ongevaarlijk.

Uit het stopcontact komt een veel grotere stroom! Het aanraken van stroomdraden naar het stopcontact is levensgevaarlijk!

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
4.1 Opdracht 1 t/m 12

Slide 8 - Tekstslide

Op schrikdraad staat veel spanning. Toch is dit niet gevaarlijk.
Hoe kan dit?

Slide 9 - Tekstslide

 Spanningsbronnen
Tot nu toe de batterij.

Er zijn meerdere soorten spanningsbronnen. Een spanningsbron een voorwerp waar energie vandaan komt. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Teken de stroomkring met de symbolen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
4.1 Opdracht 13 t/m 17
Klaar? Zelf lampje bouwen!

Slide 14 - Tekstslide