2 KB 4.2 Spanningsbronnen

Thema 4: Elektriciteit
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Wat weet je nog van de vorige les?!

Slide 2 - Tekstslide

Isolator
Geleider

Slide 3 - Sleepvraag

Stroom verplaatst zich door geleiders
  • Voorbeeld geleiders: koper, ijzer, aluminium, kwik 
  • Voorbeeld isolatoren: lucht, rubber, glas , hout

Slide 4 - Tekstslide

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring aan.
A
waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze stroomkring is ..........
A
gesloten
B
verbonden
C
open
D
ongeschakeld

Slide 6 - Quizvraag

Stroomkring
  • Gesloten stroomkring:
De elektrische lading kunnen een rondje maken.

  • Open stroomkring:
De kring is niet gesloten.

Slide 7 - Tekstslide

Stroomkring met schakelaar
Wat doet een schakelaar met de stroomkring?

Slide 8 - Tekstslide

Stroomsterkte meten




  • In een gesloten stroomkring gaat een stroom lopen
  • de stroomsterkte kan je meten met een stroommeter
  • stroomsterkte meet je in de eenheid Ampere (A)
  • 1 A = 1000 mA
  • 1 mA = 0,001 A

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

  • 4.2 Spanningsbronnen
  • Demo: Spanningsbronnen
  • ma DB 4.2 opdr 1 t/m 6
4.2 Spanningsbronnen

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
4.2.1 Je kunt beschrijven hoe je spanning meet en uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
4.2.3 Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
4.2.4 Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
4.2.5 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.
4.2.6 Je kunt de werking van een dynamo uitleggen. (PLUS)

Slide 12 - Tekstslide

Ampére en Volt 
stroomsterkte: hoeveel lading per sec. wordt verplaatst (in Ampère)
spanning: hoeveel energie de lading heeft ( in Volt)




Slide 13 - Tekstslide

Spanning
Spanning is hoeveel energie er doorgegeven wordt aan de apparaten. Dit meten we in volt(V)
Batterij heeft 1,5 V dit geeft aan hoeveel spanning een batterij heeft. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Spanning meet je met een voltmeter ( V)

Slide 16 - Tekstslide

Hoe groot is de spanning uit onze stopcontacten?
A
230 V
B
400 V
C
110 V
D
50 V

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

De juiste spanning gebruiken
Een fietslampje heeft vaak 6V nodig.

6V geeft fel licht.
1,5V geeft zwak licht.
12V zorgt ervoor dat het lampje kapot gaat. 

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de spanningsbronnen naar de juiste spanning.
4.5 V
6 V
230 V
10.000 V
Platte batterij
Stopcontact
Centrale
Dynamo

Slide 20 - Sleepvraag

Batterij
Constante spanning
Wordt verbruikt
Soms herbruikbaar: opladen

Slide 21 - Tekstslide

Spanningsbronnen
1
2
3

Slide 22 - Tekstslide

Batterijen
Leveren een gelijkblijvende spanning

Herbruikbare batterijen:
  1. Stroom omgekeerd door de batterij sturen
  2. Chemische reactie wordt omgekeerd
  3. Oorspronkelijke stoffen keren terug
  4. Batterij is opgeladen

Slide 23 - Tekstslide

Condensator
Een condensator is een onderdeel waarin je lading kunt opslaan.
Vaak te vinden op printplaten


Slide 24 - Tekstslide

Dynamo; een spanningsbron

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag 

Maken:  Thema 4.2 opdracht 1 t/m 12

Klaar?:  1. nakijken 
2. Test je zelf maken
timer
8:00

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.3 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
4.1.4 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.5 Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
4.1.6 Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt. (PLUS)

Slide 29 - Tekstslide

Weerstand
Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat.


Een geleider heeft weinig weerstand.


Een isolator heeft veel weerstand.
Weerstand
Weerstand meet je in Ohm.
Stroomsterkte
Stroomsterkte meet je in ampere.
Spanning
Spanning is het 'hoogteverschil'.
Spanning meet je in volt.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide