Totdat Floris oud genoeg was, regeerde zijn oom voor hem. Toen Floris de macht overnam, besloot hij eerst wraak te nemen op zijn vaders moordenaars. Hij begon een oorlog tegen de Friezen. Het werd een enorme mislukking. Floris verloor en kreeg thuis te maken met een boze bevolking. Er brak een opstand uit in Kennemerland (een deel van zijn gebied). Het enige wat Floris kon doen, was de boze Kennemers rechten geven waardoor ze beschermd zouden zijn tegen de edelen.
Daar waren de edelen het natuurlijk weer niet mee eens en ze noemden Floris voortaan ‘Der keerlen god’: ‘god’ van de boeren.