Unité 4 - D-toets
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
La voiture est ................ la maison.
Slide 2 - Open vraag
La voiture est ........... la garage.
Slide 3 - Open vraag
Ils sont ......... le parapluie.
Slide 4 - Open vraag
Les voitures sont ............
de l'immeuble.
de l'immeuble.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Een bijvoeglijk naamwoord bij een .................. woord eindigt op de letter e.
Slide 7 - Open vraag
Robert a une … sœur. (petit)
Slide 8 - Open vraag
Les copains de Lucas sont… (sympathique)
Slide 9 - Open vraag
Ta photo est ... ! (horrible)
Slide 10 - Open vraag
Sa mère est … (néerlandais)
Slide 11 - Open vraag
Il a deux … appartements. (grand)
Slide 12 - Open vraag
Elle préfère les jupes … (rouge)
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Maak het rijtje 'aller'
met je.. tu... etc
met je.. tu... etc
Slide 15 - Open vraag
(Ik ga) … jouer au tennis.
Slide 16 - Open vraag
(Wij gaan) … en France.
Slide 17 - Open vraag
(Hij gaat) … à l’école.
Slide 18 - Open vraag
(U gaat) … habiter dans un appartement ?
Slide 19 - Open vraag
(Clémence gaat) … faire du shopping.
Slide 20 - Open vraag
(David en Lucia gaan) … jouer au basket.
