In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Tekstverbanden - signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een signaal?
Slide 2 - Woordweb
Welk signaalwoord geeft een opsommend tekstverband aan
A
dus
B
daarom
C
gisteren
D
ten tweede
Slide 3 - Quizvraag
Het blijft de hele dag regenen, daarom ga ik met de bus naar school. Welk tekstverband staat in deze zin?
A
Tegenstellend tekstverband
B
Doel-middel tekstverband
C
Redegevend tekstverband
D
Vergelijkend tekstverband
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Oorzaak - gevolg
Tegenstellend
Opsommend
Doel - middel
Chronologisch
doordat, daardoor,als gevolg van, te danken aan, te wijten aan
om te, door middel van, met behulp van, met de bedoeling om
en, ook, bovendien, ten eerste, ten tweede
eerst, daarna, toen, vervolgens
maar, echter, toch, hoewel, integendeel
Slide 6 - Sleepvraag
Lees de tekst:
'Nederlands Engels wordt
een taal apart'
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het tekstverband tussen alinea 1 en 2
A
Alinea 1 en 2 vormen samen een opsomming
B
Alinea 2 geeft een voorbeeld bij alinea 1
C
Alinea 1 is een uitwerking van alinea 1
D
...
Slide 8 - Quizvraag
Noteer het signaalwoord in alinea 2. En noteer wat het tekstverband is tussen alinea 1 en 2.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het verband tussen
alinea 3 en 4?In de beginzin van alinea 3 staat geen signaalwoord, dus je moet op basis van de inhoud vaststellen wat de functie van alinea 4, t.o.v. alinea 3 is.
A
Alinea 3 en 4 vormen een opsomming.
B
Alinea 3 en 4 vormen een tegenstelling.
C
Alinea 4 geeft een reden voor alinea 3.
D
Alinea 4 geeft een uitleg bij alinea 3.
Slide 10 - Quizvraag
Met welk signaalwoord in de beginzin van alinea 4 zou je de alinea's kunnen verbinden?
Slide 11 - Open vraag
Leg uit waarom signaalwoorden ook wel het cement van een tekst worden genoemd.