Communicatie periode 4 les 1 Goed in gesprek

Communicatie
 Periode 4 les 1 
Goed in gesprek
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie
 Periode 4 les 1 
Goed in gesprek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze periode doen?

-We behandelen module 3 Goed in gesprek en 
module 5 Onvoorziene situaties bij PW
-de module sluit je af door het voeren van een gesprek in de klas
-tussendoor maak je de praktijk- en moduleopdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen: (actief) luisteren (p104 t/m 120)
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen horen en luisteren.
Je kunt toelichten welke verschillende vormen van niet-luisteren er zijn.
Je kunt toelichten wat de kenmerken van een juiste luisterhouding zijn.
Je kunt toelichten hoe je als pedagogisch werker je luisterstrategie aanpast aan het luisterdoel.
Je kunt uitleggen welke vaardigheden je in de praktijk brengt bij het luisteren naar een ander.
Je kunt toelichten met welke aandachtspunten je rekening houdt bij effectief luisteren.

Slide 3 - Tekstslide

Casus    (zie ook boek p104)
 Je werkt als pedagogisch medewerker bij een bso. Een van de kinderen is Emila (9 jaar). De afgelopen dagen had je de indruk dat er iets aan de hand was met Emila, maar als je ernaar vroeg, kreeg je te horen dat er niks was.
Vandaag spelen de anderen buiten en tref je Emila binnen aan. Dat is nog nooit gebeurd. Je besluit bij haar te gaan zitten en vraagt: 'Emila, kan ik je misschien helpen?'
Eerst zegt Emila niks, dan slaat ze de handen voor haar ogen. Als je ziet dat ze vecht tegen haar tranen wrijf je over haar rug en zeg je: 'Ach meisje toch. Het valt vast niet mee.'
'Ik heb iets vreselijks doms, stoms gedaan', zegt Emila dan.

Slide 4 - Tekstslide

Casus vervolg 
Tien minuten later heeft Emila verteld waar ze zo mee zit. Emila is een dure oorbel van haar moeder kwijtgeraakt. Als ze dat heeft opgebiecht, zucht Emila diep.
Daarna heeft Emila niet veel aansporing nodig om het hele verhaal te vertellen. Eerst vertelt ze nog hortend en stotend, maar daarna komt er een stortvloed van woorden. Emila heeft stiekem een paar dure oorbellen van haar moeder in gedaan, toen ze naar een feestje ging. Daar is ze er één kwijtgeraakt. Ze hoopte erg dat de oorbel alsnog gevonden zou worden, maar nu, drie dagen later is dat nog steeds niet gebeurd.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun jij in dit gesprek non-verbaal aan Emila laten zien dat je écht naar haar luistert?
geef dat aan in de volgende slide 

Slide 6 - Tekstslide

écht luisteren

Slide 7 - Woordweb

Wat voor soort gesprek is dit?
informatief gesprek
helpend gesprek
slechtnieuwsgesprek
brainstorm
overleg
discussie

Slide 8 - Poll

Luisteren
-Luisteren is het bewust en doelgericht waarnemen, begrijpen, selecteren en verwerken van informatie.

-Als je luistert, neem je de boodschap in je op. Je luistert niet alleen naar de woorden, maar probeert ook te begrijpen wat de ander zegt. Je luistert ook naar hoe iemand iets zegt (non-verbale communicatie) en vraagt je bovendien af wat iemand bedoelt te zeggen.
-Belangrijke luistervaardigheden zijn: aandachtgevend gedrag, vragen stellen, samenvatten en ordenen.


Slide 9 - Tekstslide

Lees nu voor jezelf par. 1.1 t/m 1.3 vanaf pag 107
als iedereen klaar is bespreken we dit samen 

Slide 10 - Tekstslide

Gericht luisteren 
Kritisch luisteren
Intensief luisteren 
Globaal luisteren 
Empatisch (actief) luisteren
Je wilt de ander begrijpen en steunen 
Je volgt alleen de grote lijn 
Je wilt zoveel mogelijk informatie opnemen 
Je luistert om een mening te vormen 
Je wilt iets te weten komen 

Slide 11 - Sleepvraag

Welke positieve luisterhoudingsaspecten zie je in het filmpje?
(299) Actieve luisterhouding – YouTube


Slide 12 - Tekstslide

Juiste luisterhouding
Een juiste luisterhouding is zó luisteren, dat je verbaal en non-verbaal aandacht geeft aan wat de ander te zeggen heeft. Daardoor moedig je de ander aan om verder te praten. Een juiste luisterhouding geeft de ander het gevoel dat je hem hoort, waardeert en begrijpt.

Slide 13 - Tekstslide

Een goede luisterhouding
-een ietwat voorovergebogen lichaamshouding, gericht naar de spreker;
-rustig op een stoel zitten;
-met de onderarmen op tafel of op de bovenbenen steunen;
-regelmatig oogcontact met de spreker hebben;
-alle aandacht gericht op de ander;
-van tijd tot tijd knikken als bevestiging of aanmoediging;

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk 
-Module 3 oriëntatie 
-Praktijksituaties: korte gesprekken in de buitenschoolse opvang
-Moduleopdracht: verschillende manieren van luisteren. Vraag op stage of je een gesprek mag bijwonen (leraar/ kind, collega/ collega, leraar/ ouder) en observeer het luistergedrag. Beantwoord de vragen in de opdracht. (voor les 3) 

Slide 15 - Tekstslide