H2 - over taal

H2 - over taal
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 - over taal

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les:

- weet je wat samenstellingen zijn
- weet je hoe je figuurlijk taalgebruik kunt opzoeken
- ken je de betekenis van moeilijke woorden
- kun je een znw maken van een ww

Slide 3 - Tekstslide

Samenstellingen
Samenstelling = woord dat uit twee of meer woorden bestaat. 

boek + kast = boekenkast
Boek en kast hebben een eigen betekenis. Samengevoegd wordt het een nieuwe betekenis. 

Slide 4 - Tekstslide

Znw maken van een ww
Werkwoord veranderen naar zelfstandig naamwoord?
1. Zet er de of het voor.
2. Pas de vorm van het woord aan, zodat het klopt. 
3. Altijd enkelvoud van maken. 

fietsen --> de fiets / de fiets
rijden --> de rit 

Slide 5 - Tekstslide

Figuurlijke taal
Nederlandse taal bevat veel spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen = figuurlijk taalgebruik -> er staat iets anders dan er bedoeld wordt. 

Betekenis weten? 
Kijk in het woordenboek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking.

Slide 6 - Tekstslide

Op een oor liggen zoek je bij het woord ...

Slide 7 - Open vraag

Met een mond vol tanden staan zoek je bij het woord ...

Slide 8 - Open vraag

Ik loop op mijn tandvlees staan zoek je bij het woord ...

Slide 9 - Open vraag

Aan het werk
Wat?                    Opdr. 4, 6 t/m 8 op blz. 86 t/m 88
Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes
Hulp?                  Vraag je duo of docent
Tijd?                     Ca. 30 minuten
Klaar?                  Leesboek
Uitkomst?         Nakijken tijdens de volgende les
Huiswerk?         Volgende les af

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb deze les goed gewerkt.
A
Ja
B
Nee
C
Kan beter

Slide 11 - Quizvraag

Ik kan uitleggen wat een samenstelling is.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Ik kan een znw maken van een ww.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag