Zugspitze Schritt 20

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Zugspitze Schritt 20

Zugspitze Schritt 20

In 'Schritt 20' proberen we vertrouwde onderwerpen met eenvoudige zinnen en een beperkte woordenschat te omschrijven.

Zugspitze Schritt 20

Dus deze stap draait om nieuwe woordjes. Laten we beginnen en eerst eens naar jouw woordenschat kijken. Wat kun je al begrijpen?

Wo wohnst du?

	In je leerboek op pagina 24 vind je een mail van Stefan. Daan doet in de zomervakantie een zeilcursus met Stefan, een jongen uit Risch in Zwitserland. Daan is benieuwd hoe Stefan woont. Daarom heeft Stefan hem een e-mail gestuurd.
was	Lees de tekst. Onderstreep de woorden die je NIET kent. Let goed op hoe Stefan zijn omgeving beschrijft.
Hilfe	woordenboek
Ziel	Bekende woordenschat activeren en onbekende woorden opzoeken.
Fertig?	Ben je klaar? Kijkt dan naar de opdracht op de volgende slide.

Und du? Wie wohnst du eigentlich?
Schrijf in het Duits op waar je woont en wat je allemaal in jouw omgeving kunt doen. Je mag uiteraard je woordenboek gebruiken. Natuurlijk kun je de zinnen met Google Translate vertalen, maar daar leer je niets van. Daag jezelf uit en probeer een tekst te schrijven met je eigen woorden – jouw eigen creatie.

Neue Vokabeln

	Je hebt je hersenen even goed laten kraken en een paar lang vergeten woorden uit de krochten van je geheugen opgediept. Goed zo! Nu gaan we er nog een paar woorden aan toevoegen.
was	Kijk naar de woordenlijst op de volgende slide en luister naar de uitspraak. Zitten er al bekende woorden tussen? Probeer gelijk een paar nieuwe woorden te onthouden!
Hilfe	audiofragment
Ziel	Woordenschat verbreden.
Fertig?	Ben je klaar? Maak dan de quiz die aansluit op de woordenlijst.

Welke woorden uit de lijst
hebben volgens jou te maken
met een landschap?
Schrijf er 5 op in het Duits

Welk van de volgende nieuwe woorden is geen bijvoeglijk naamwoord?

1. hässlich
2. schrecklich
3. überall
4. verschieden

die Sonne

die Wolke

der Garten

die Blume

das Haus

das Meer

Vokabeln üben

	Laten we de nieuwe woorden nu flink oefenen!
was	Maak opdracht 2 B en C op pagina 25 in je leerboek.
Hilfe	woordenlijst
Ziel	Woordenschat oefenen.
Fertig?	Ben je klaar? Laat de opdracht controleren door je docent.

Hausaufgabe

zu Montag, 23. September: Vokabeln Schritt 20 lernen!

En nog een laatste vraag...

Hoe vond je 

deze les?

😒🙁😐🙂😃

Gefeliciteerd!

Je bent klaar en mag nu iets voor jezelf doen. Maar: verlaat het klaslokaal niet en leid andere leerlingen niet af.