3h-Schritt 21-werden-20-9

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele:
1) Hausaufgaben besprechen
2) Neue Grammatik: werden (tegenw. tijd en verleden tijd)
Erklärung (=uitleg)
=> Notizen mitschreiben
=> Quizizz: Test & besprechen
=> Quizziz: Spiel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe war:
machen (=afronden): Seite 26 Aufgabe 4, Seite 28 Aufgabe 6 und die Stempelaufgabe (A oder B = Seite 29/30)

lernen: Vokabeln Seite 25 Aufgabe 2 (NL>D, D>NL). 
3tho: Woots-overhoring (zonder aantekeningen)!


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben besprechen / kontrollieren


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schritt 20, Aufgabe 6:

1. mein Haus
2. Ich wohne in Scheveningen
3. Mein Haus
4. Bäume
5. keine Berge
6. Die Landschaft



7. schrecklich
8. bewölkt
9. regnet
10. windig
11. die Sonne
12. die Hauptstadt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schritt 20, Aufgabe 6:

1. mein Haus
2. Ich wohne in Scheveningen
3. Mein Haus
4. Bäume
5. keine Berge
6. Die Landschaft



7. schrecklich
8. bewölkt
9. regnet
10. windig
11. die Sonne
12. die Hauptstadt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stempelaufgabe A:
1. Die Landschaft ist überall verschieden.
2. Der Wald ist auch super.
3. Blumen und einen Strand
4. ist es sonnig und es regnet nicht.
5. Der Schnee und die Sonne
6. Den Garten dürfen Sie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stempelaufgabe B:
1. Das Wetter in den Niederlanden ist schrecklich.
2. keine Berge, aber ein Meer.
3. Ich habe einen Garten mit Blumen.
4. Mein Haus ist super.
5. überall Schnee und es ist nicht bewölkt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3tho: Vokabeln Schritt 20
1. Geht zu www.woots.nl
2. Direkt einloggen via Entree (=Magister)
3. Macht die Aufgabe, ihr habt 10 Minuten Zeit
Fertig? Abgeben = Inleveren (pijl aan linke kant)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Das Verb "werden"

  • Morgen werde ich 14.
  • Ich werde gleich abgeholt von meinen Eltern !
  • Werdet ihr zu meiner Party kommen? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op de exta 'e'.

e
e


e

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e



en
t
en
werden -> uitzondering
werd
wirst
wird

werd
werd
werd
e

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Ich werde verrückt!

uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werden -> betekenis (2)
zullen

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= AANTEKENING!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= AANTEKENING!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werden                               wurden 
(= tegenw. tijd)                  (=verleden tijd)
ich werde                                 ich wurde                                     
du wirst                                    du wurdest                                 
er/sie wird                               er/sie/es wurde                                     

wir werden                               wir wurden                                
ihr werdet                                 ihr wurdet                                  
sie/Sie werden                      sie/Sie wurden                                   
= AANTEKENING!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Quizizz besprechen 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jij werd (vt)=
A
du wurdest
B
du werdest
C
du wirst
D
er wird

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jullie worden (tt) =
A
ihr wurdet
B
ihr werdet
C
ihr wirdet
D
ihr wirst

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele
Gespräche führen: 
  • Ich kann sagen, was ich kaufen möchte und nach dem Preis fragen.
Redemittel kennen und üben

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redemittel
was
Seite 19 Aufgabe 2 A + B
wie
A zusammen; B zu zweit
Hilfsmittel
Redemittel
timer
5:00
1): Guten Tag! 10 Brötchen und ein Vollkornbrot, bitte. 
Sonst noch etwas? 
Nein, danke. 
Das sind 4 Euro, bitte. 
Bitte. Tschüs!
Tschüs!
          

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redemittel benutzen:
was
Seite 20 Aufgabe 5
wie
zu zweit
Hilfsmittel
Redemittel Seite 18
Zeit
5 min
Ziel
Ich kann sagen, was ich kaufen möchte und nach dem Preis fragen.
Fertig?
Redemittel zusammen lesen
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Bis hier mit 3hb
Redemittel benutzen:
was
Seite 21 Aufgabe 7
wie
zu zweit
Hilfsmittel
Redemittel Seite 18
Zeit
5 min
Ziel
Ich kann sagen, was ich kaufen möchte und nach dem Preis fragen.
Fertig?
Redemittel lernen
timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stempeln, bitte! 
was
Seite 23 Aufgabe A oder B
wie
zu zweit
Hilfsmittel
--
Zeit
bis Dienstag
Ziel
Lernziel abschließen
Fertig?
gesprek voeren bij de docent

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe:

lernen: haben, sein, werden tegenw. tijd EN verleden tijd Seite 161 (let op! Zonder würden)



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Nächste Stunde = Teil2: Grammatik! und Aufgabe 6 (und 8?)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies