‘Ontwaakt, verworpenen der aarde!
Ontwaakt, verdoemde in hongers sfeer!
Reedlijk willen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Sterft, gij oude vormen en gedachten!
Slaafgeboornen, ontwaakt, ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten,
Begeerte heeft ons aangeraakt!
De staat verdrukt, de wet is logen,
De rijkaard leeft zelfzuchtig voort;
Tot 't merg en been wordt d' arme uitgezogen
En zijn recht is een ijdel woord
wij zijn het moe naar andrer wil te leven;
Broeders hoort hoe gelijkheid spreekt:
Geen recht, waar plicht is opgeheven,
Geen plicht, leert zij, waar recht ontbreekt.’