1– twee vergelijkingen: in alinea 2 ‘als een rat in de val’; in alinea 4: ‘net een vingerafdruk’
– zeven metaforen: in alinea 3: puzzelstukje; in alinea 4: loot, stam; alinea 5: uilskuiken; alinea 7: (het) net (sluit zich); alinea 8: geplukt, goochelt (de twee metaforen in werkwoorden).
– drie personificaties: in alinea 1: bewijsmateriaal (wees aan); in alinea 4: een briefje (spreekt); in alinea 6: ‘deze zaak (illustreert)’.
2 Je kunt de titel opvatten als personificatie, maar daar kun je over twisten. Voor beide antwoorden (‘ja’ en ‘nee’) is wat te zeggen:
– Ja, de titel kun je wel als een personificatie opvatten; het sms-bericht wordt voorgesteld als degene (een rechercheur) die een moordzaak oplost.
– Nee, de titel is een kop; het is een verkorting van ‘Dankzij een sms-bericht konden rechercheurs een moordzaak oplossen’.