De stad kreeg allerlei rechten van de edelen. Rechten zijn dingen die je mag doen. Stadsrechten waren bijvoorbeeld voor handel, het bouwen van huizen of het beschermen van een stad.
In ruil daarvoor betaalden de burgers van de stad geld. Alle burgers samen heten ook wel de burgerij. De burgemeester (of schout) en de schepenen bestuurden de stad.