SLO Syllabus 4b 2 en 3

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdrachten  1-3 uit paragraaf 1.4

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1a
1 a Doordat steeds meer mensen zich kunnen veroorloven om regelmatig vlees te eten, moet er meer vlees geproduceerd worden. Voor elke kilo vlees zal gemiddeld vijf kilo extra aan voedselgewassen verbouwd moeten worden. Bovendien zullen er ook extra weidegebieden moeten komen. Dat kost meer landoppervlak dan er voor vegetarische producten nodig is.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1b
1b In Nederland is door het intensieve landgebruik al een groot deel van de biodiversiteit verdwenen. Ook is het merendeel van het grondstoffengebruik niet duurzaam, is er sprake van vervuiling en draagt Nederland sinds de industriële revolutie bij aan het versterkte broeikaseffect. Dat heeft negatieve effecten op de bestaansmogelijkheden van de mens (en op de nog aanwezige flora en fauna).

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2
1 te onvruchtbare bodem
2 te droog
3 te koud
4 te veel reliëf

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3a
3 a – Natuurlijke oorzaak: de meeste van deze gebieden hebben een droog klimaat, waardoor er van nature weinig water aanwezig is.
  – Menselijke oorzaak: door bevolkingsgroei en welvaartstoename wordt er steeds meer water verbruikt. Daardoor dreigt het verbruik de beschikbaarheid van water te overtreffen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3b
 3 b – Economische dimensie: er zijn in die landen te weinig middelen om te investeren in voldoende transport en opslag van het beschikbare water, waardoor een deel van de bevolking een beperkte toegang tot water heeft.
  – Politieke dimensie: in veel van deze landen functioneert het politieke systeem niet goed. Hierdoor zijn onder andere de waterrechten niet goed geregeld.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdracht 4 en 5 uit paragraaf 1.4

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4a
4 a Door op grote schaal één gewas te verbouwen in een gebied is er veel minder ruimte voor de flora en fauna die er van nature voorkomt. Ook soorten die in cultuurgebieden leven, kunnen veel moeilijker overleven als er monoculturen zijn. Zo hebben weidevogels niet voldoende nestelmogelijkheden meer en zijn er minder insecten doordat er minder wilde bloemen zijn en door het gebruik van insecticiden.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 4b
4b Intensievere landbouw heeft een hogere productiviteit. Hierdoor is er in totaal minder oppervlak nodig om gewassen te verbouwen of dieren te houden. Dit zou natuurgebieden kunnen behoeden voor ontginning. Er moet dan wel voor gezorgd worden dat de negatieve effecten van de intensieve landbouw beperkt worden, omdat die ook impact hebben op de biodiversiteit buiten de landbouwgebieden.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4c
4c Door sperziebonen uit Egypte te importeren, onttrekt Nederland aan dat land het water dat voor de groei van deze sperziebonen nodig is (= virtueel water). Hierdoor gaat er in Egypte water verloren dat ook voor andere doeleinden gebruikt had kunnen worden, of zelfs beter helemaal niet gebruikt had kunnen worden, omdat er al fysieke waterschaarste is.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 5a, b
5 a Als de welvaart toeneemt, neemt ook de vraag naar voedsel en industriële producten toe. Voor beide wordt veel water gebruikt.
 b Over vijftig jaar zal de prijs van fosfaat flink gaan stijgen, omdat het dan bijna op is. Dit zal vooral leiden tot stijgende voedselprijzen. Over honderd jaar zal het fosfaat waarschijnlijk op zijn. Zonder alternatieven zal de voedselproductie in de wereld dan sterk afnemen.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 5c
 5c Bijen bestuiven naast voedselgewassen ook de natuurlijke vegetatie. Zonder bestuiving zullen veel planten uitsterven en daarmee ook de insecten- en diersoorten die daarvan afhankelijk zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Noteer in je online schrift de nieuwgeleerde begrippen en hun betekenis
  • Noteer in je online schrift  een korte samenvatting met de belangrijkste punten van deze les.

Slide 22 - Tekstslide