Poëzieweek

Poëzieweek


25 januari - 1 februari 2025
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Poëzieweek


25 januari - 1 februari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vrijheid


Bekijk de gedichten en maak een volgorde van makkelijk naar moeilijk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vrijheid


Bekijk de gedichten en maak een volgorde van mooiste gedicht naar minst mooie gedicht.

Slide 6 - Tekstslide

Spoken Word
Een vorm van poëzie, bedoeld om voor te dragen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Amara van der Elst gebruikt tijdens de voordracht gebaren.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Er zit rijm in de voordracht.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar komen de voorouders van Amara van der Elst vandaan?
A
België
B
Nederland
C
Indonesië
D
China

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

3.3 Lezen

Doel:
Ik weet wat een betoog is.
Ik kan objectieve en subjectieve argumenten herkennen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet je al?
  • Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie?
  • Is subjectieve informatie per definitie onbetrouwbaar?
  • Leg uit dat in een filmbespreking altijd sprake is van twee tekstdoelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Betoog
In een betoog geeft de schrijver zijn mening en licht die toe met argumenten. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is. Een betoog heeft vaak een driedeling.


In de tekstvorm beoordeling tref je vaak een tweedeling aan:
• beschrijving, bijvoorbeeld van een apparaat, een boek of een film;
• beoordeling: de schrijver geeft aan wat hij ervan vindt. 


Slide 15 - Tekstslide

Argumenten
In een betoog lees je vooral de argumenten kritisch. Je kunt ze verdelen in objectieve en subjectieve argumenten.

Objectieve argumenten zijn feiten of gegevens uit een onderzoek.

Subjectieve argumenten zijn meningen, persoonlijke indrukken, persoonlijke ervaringen, voorspellingen of vermoedens.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Maken opdracht 3 en 4

Slide 18 - Tekstslide