In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Geüniformeerde dienstverlening
Uitleg over observeren
Vragen over observeren
maken opdrachten
weekend
Slide 1 - Tekstslide
Open je boek op blz. 183
Slide 2 - Tekstslide
Objectief waarnemen
Als je objectief waarneemt dan kijk je alleen naar wat er aan de hand is, wat je ziet, zonder je eigen gevoel of gedachten daarbij te betrekken. Je gaat dus alleen maar af op de feiten.
Subjectief waarnemen
Als je subjectief waarneemt, dan betrek je dus wél je eigen gevoel erbij. Je geeft niet alleen de feiten, maar ook (misschien onbewust) je eigen mening.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat heb je in het filmpje gezien?
Slide 5 - Open vraag
1. Als je observeert schrijf je alles op wat je ziet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
2. Een observatie is goed als deze objectief is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
3. In een objectieve observatie verwerk je een gedachten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
4. Een feit is iets wat je denkt dat er gaat gebeuren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
5. M. kijkt uit het raam en kijkt naar de andere kinderen. Dit is een objectieve observatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
6. Bij subjectiviteit zijn er meningen en gedachten beschreven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
7. Tijdens een observatie is het belangrijk om echt alleen te kijken naar het gedrag van het kind in de situatie van nu
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
8. Je mag het woordje ‘want’ altijd gebruiken in een observatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
9. Een reden is objectief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Opdracht
Maak een compositietekening van de persoon die naast je zit. Maak als je klaar bent een foto van je tekening en stuur die naar mij via teams.