Observeren en Rapporteren Lesweek 2
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Noem 1 waarde en 1 norm
Waarde: .....
Norm: .....
Waarde: .....
Norm: .....
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat heb je in het filmpje gezien?
Slide 9 - Open vraag
Welke emoties roept het filmpje bij jou op?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
1. Als je observeert schrijf je alles op wat je ziet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
2. Een observatie is goed als deze objectief is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
3. In een objectieve observatie verwerk je een gedachten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
4. Een feit is iets wat je denkt dat er gaat gebeuren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
5. M. kijkt uit het raam en kijkt naar de andere kinderen. Dit is een objectieve observatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
6. Bij subjectiviteit zijn er meningen en gedachten beschreven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
7. Tijdens een observatie is het belangrijk om echt alleen te kijken naar het gedrag van het kind in de situatie van nu
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
8. Je mag het woordje ‘want’ altijd gebruiken in een observatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
9. Een reden is objectief
A
Juist
B
Onjuist
