Formuleren herhalen op woordniveau

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welk voorzetsel hoort hierbij?
in aanmerking komen ...
A
bij
B
met
C
voor
D
aan

Slide 5 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
(iemand) behoeden..
A
met
B
voor
C
van
D
tegen

Slide 6 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
bedreven zijn ....
A
in
B
met
C
bij
D
voor

Slide 7 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
zich bewust zijn ....
A
van
B
tegen
C
op
D
voor

Slide 8 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
bezwaar maken.....
A
met
B
voor
C
op
D
tegen

Slide 9 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
gesteld zijn ...
A
met
B
op
C
voor
D
van

Slide 10 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
op de hoogte zijn...
A
bij
B
van
C
met
D
voor

Slide 11 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
invloed hebben....
A
op
B
bij
C
met
D
over

Slide 12 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
Zich schuldig maken ....
A
met
B
aan
C
voor
D
over

Slide 13 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort hierbij?
voorkeur hebben ....
A
met
B
over
C
bij
D
voor

Slide 14 - Quizvraag

'Het is misschien een klein detail, maar ik wil dat je er rekening mee houdt.'
Wat voor fout herken je hier?

Slide 15 - Open vraag

'Slechts 48% van de inwoners van de gemeente Amsterdam zullen in maart naar de stembus gaan.'
Wat voor fout herken je hier?

Slide 16 - Open vraag

'Gouda heeft, net als Alkmaar, haar wekelijkse kaasmarkt.'
Wat voor fout herken je hier?

Slide 17 - Open vraag

'Het opgegeven adres staat niet in het overzicht wat ik geraadpleegd heb.'
Wat voor fout herken je hier?

Slide 18 - Open vraag


'Heeft ze de jongen ooit nog teruggezien waaraan zij haar mobiel heeft uitgeleend?'
Wat voor fout herken je hier?

Slide 19 - Open vraag

Ik ben/heb vergeten mijn huiswerk mee te nemen.
A
ben
B
heb

Slide 20 - Quizvraag

Hoe lang/hoelang duurt de les nog?
A
hoe lang
B
hoelang

Slide 21 - Quizvraag

Dat vind ik een heel/hele goede keuze.
A
heel
B
hele

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide