Bijvoorbeeld Mevr. Bergsma
Probleem: actueel - mevr. is angstig om te vallen tijdens het douchemoment.
Doel: Binnen de week zegt mevr. dat ze zich minder angstig voelt om te vallen tijdens het douchemoment.
Specifiek: Mevr. heeft veilig gevoel tijdens douchen (wat? )
Meetbaar: Mevr. ‘zegt’ dat ze zich veilig voelt (waaraan?)
Acceptabel: Mevr. wil douchen met ondersteuning zonder angstgevoel (waarom?)
Realistisch: Mevr. wil met ondersteuning douchen
Tijdgebonden: Binnen 1 week willen we dat Mevr. zich veilig voelt bij het douchen