Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
vwo 6 CE 2023 tijdvak ll
vwo 6 CE 2023 tijdvak ll
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
vwo 6 CE 2023 tijdvak ll
Slide 1 - Tekstslide
Vraag 1: Hoeveel andere nadelen worden in de tekst genoemd?
Slide 2 - Open vraag
Vraag 2: Was geht aus den ersten beiden Absätze hervor?
A
Beim Trinkgeld ...
B
Das Phänomen ...
C
In Sachen ...
D
Trinkgeld ist ...
Slide 3 - Quizvraag
Vraag 3: 1. Uit onderzoek blijkt dat de hoogte van de fooi deels afhangt van het type horecagelegenheid.
A
wel
B
niet
Slide 4 - Quizvraag
Vraag 3: 2. Bij het geven van fooi speelt de kwaliteit van een restaurant nauwelijks een rol.
A
wel
B
niet
Slide 5 - Quizvraag
Vraag 3: 3. Sociale druk is bij het geven van fooi een factor van betekenis.
A
wel
B
niet
Slide 6 - Quizvraag
Vraag 3: 4. Bij gasten die erg vertrouwd met elkaar zijn, komt het voor dat zij overleggen over de hoogte van de te geven fooi.
A
wel
B
niet
Slide 7 - Quizvraag
Vraag 3: 5. Als een groep collega's een restaurant bezoekt, wordt het geven van fooi vaak overgelaten aan de leidinggevende van de groep.
A
wel
B
niet
Slide 8 - Quizvraag
Vraag 3: 6. Met het oog op het krijgen van fooi let horecapersoneel er soms op hoe de onderlinge verhoudingen binnen een gastengroep liggen.
A
wel
B
niet
Slide 9 - Quizvraag
Vraag 4: Welches Wort passt in die Lücke im 6. Absatz?
A
Hoffnungsvoll
B
Lobenswert
C
Logisch
D
Verblüffend
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 5: Ergänze den nächsten Satz im Sinne des 7. Absatzes: Wenn Gäste mit der Qualität des Essens unzufrieden sind,
A
fällt das ...
B
lassen sie ...
C
verlangen sie ...
D
wird das ...
Slide 11 - Quizvraag
Vraag 6: Welche Aussage ist dem 8. Absatz nach richtig?
A
Eigentlich sollten ...
B
Für Trinkgeld ...
C
Unabhängig von ...
D
Wenn ein ...
Slide 12 - Quizvraag
Vraag 7: Welche Umschreibung trifft auf die ersten beiden Absätze zu?
A
Endlich Urlaub
B
Höchst entspannt
C
Immer im Dienst
D
Unerwartete Lage
Slide 13 - Quizvraag
Vraag 8: Was geht aus dem 2. Absatz über die Bankangestellte aus Oldenburg hervor?
A
Sie fühlt ...
B
Sie mag ...
C
Sie schämt ...
D
Sie verlässt ...
Slide 14 - Quizvraag
Vraag 9: Wie schließt der 3. Absatz an die ersten beiden Absätze an?
A
Ausnahme
B
Relativierung
C
Schlussfolgerung
D
Verallgemeinerung
Slide 15 - Quizvraag
Vraag 10: Welche Ergänzung passt in die Lücke im 4. Absatz?
A
Außerdem
B
Trotzdem
C
Üblicherweise
Slide 16 - Quizvraag
Vraag 11: Was soll der 5. Absatz deutlich machen?
A
Beleidigungen sind ...
B
Die Körpersprache ...
C
Jeder von ...
D
Peinlichkeiten ...
Slide 17 - Quizvraag
Vraag 12: Welche Ergänzung passt in die Lücke im 6. Absatz?
A
Bewegung
B
Klugheit
C
Zugehörigkeit
Slide 18 - Quizvraag
Vraag 13: "Doch momentan ... zu sein." Was ist die wichtigste Ursache dafür?
A
gesellschaftliche Rivalität
B
starre Bürokratie
C
unklare Verhaltensmuster
D
zunehmende Amerikanisierung
Slide 19 - Quizvraag
Vraag 14: Zu welcher Erkenntnis gelangt Wissenschaftsjournalistin Melissa Dahl bei ihrem Selbsttest? (8.Absatz)
A
innerlich wachsen, ...
B
sogar im ...
C
uns eine ...
D
unser Verhalten ...
Slide 20 - Quizvraag
Vraag 15: 1. Vader vindt het overdreven dat de kinderen speciaal voor een vakantie nieuwe kleren nodig hebben.
A
wel
B
niet
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 15: 2. Vader ergert zich aan de chaotische inslag van moeder.
A
wel
B
niet
Slide 22 - Quizvraag
Vraag 15: 3. De ik-persoon weigert partij te kiezen als de ouders ruzie maken.
A
wel
B
niet
Slide 23 - Quizvraag
Vraag 15: 4. De ik-persoon heeft er een hekel aan om samen met moeder te winkelen.
A
wel
B
niet
Slide 24 - Quizvraag
Vraag 15: 5. De ik-persoon en Husch hebben een vergelijkbaar karakter.
A
wel
B
niet
Slide 25 - Quizvraag
Vraag 15: 6. Margarethe weet het winkelpersoneel handig te bespelen.
A
wel
B
niet
Slide 26 - Quizvraag
Vraag 15: 7. Vader laat bij de afwas per ongeluk iets stukvallen.
A
wel
B
niet
Slide 27 - Quizvraag
Vraag 16: Was kann man aus dem 1. Absatz schließen?
A
Die Mehrsprachigkeit ...
B
Die Mehrsprachigkeit ...
C
Frau Grjasnowa ...
D
Frau Grjasnowa ...
Slide 28 - Quizvraag
Vraag 17: Wie äußert sich Frau Grjasnowa zur "doppelten Halbsprachigkeit"?
A
Sie findet ...
B
Sie meint ...
C
Sie teilt ...
D
Sie warnt ...
Slide 29 - Quizvraag
Vraag 18: "Sicher ist ... meiner Kinder." Wie lässt sich dieser Satz charakterisieren?
A
Einräumung
B
Folge
C
Relativierung
D
Widerlegung
Slide 30 - Quizvraag
Vraag 19: Worauf wird in den Zeilen 29-36 hingewiesen?
A
auf die Kluft ...
B
auf die Rivalität ...
C
auf eine inkonsequente ...
D
auf Phasen der ...
Slide 31 - Quizvraag
Vraag 20: Welche Ergänzung passt in die Lücke im 5. Absatz?
A
folglich
B
jedoch
C
schließlich
Slide 32 - Quizvraag
Vraag 21: Worüber wird im 6. Absatz gesprochen?
A
ein Plädoyer ...
B
eine Aufforderung ...
C
eine Herausforderung ...
D
eine Widersprüchlichkeit ...
Slide 33 - Quizvraag
Vraag 22: Welches Wortpaar passt zu Grjasnowas Auffassung bezüglich der CSU-Forderung?
A
arrogant
B
diskriminierend
C
kleinbürgerlich
D
unangemessen
Slide 34 - Quizvraag
Vraag 23: "Das ist ... das Walisische." Was bringt Grjasnowa hier zum Ausdruck?
A
dass Deutschland ...
B
dass es ...
C
dass Minderheiten ...
Slide 35 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Examenoefening Leesvaardigheid
Maart 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Tekstbegrip: Geschickt gewickelt
Oktober 2023
- Les met
12 slides
Lesefertigkeit Woche 20 Text 3
Mei 2021
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Kapitel 10 Tekst 7 & 8
Januari 2021
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
K2 Schönheit ist relativ
Januari 2021
- Les met
17 slides
Duits
Secundair onderwijs
5H Leesvaardigheid examen 2017
Maart 2021
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
week 4
Januari 2024
- Les met
15 slides
Duits Les
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5