Introductie 'Rekenen met mol' boekje

Start rekenen met mol
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Start rekenen met mol

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
- Je weet wat de wetenschappelijke notatie is. 
- Je kan rekenen met de wetenschappelijke notatie en 
- Je kan rekenen aan eenheden. 
Veel zal al basis zijn!

Slide 2 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie
Je gebruikt hem bij 2 soorten getallen: 
… bij grote getallen 
… bij kleine getallen

Waarom is deze notatie er?
Overzichtelijker!                                    = … x 10… (een macht van 10)

Slide 3 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie
Hoe ziet het er uit?
Getal x macht van 10exponent

Voorwaarde: getal tussen de 1 en 10
Voorbeeld 356  = 3,56 x 102

Slide 4 - Tekstslide

Waar moet je op letten? 

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen kleine getallen
Bij getallen tussen 0 en 1 heb je een negatieve exponent
voorbeeld:  0,004    
wetenschappelijke notatie = 4 x 10-3 
tip: tel voor  de exponent het aantal nullen voor het 1e getal

Heb je meer uitleg nodig? Bekijk het filmpje op de volgende slide. Hoeft dat niet, ga dan direct door naar de checkvragen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Waar is sprake van wetenschappelijke notatie?
A
3810
B
30106
C
1510
D
3104

Slide 9 - Quizvraag

Noteer in wetenschappelijke notatie: 1480
A
1,480103
B
14,80102
C
0,148104
D
1,48103

Slide 10 - Quizvraag

In de wetenschappelijke notatie...
A
0,77×107
B
7,7×108
C
77×109
D
7,7×107

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf 5687650000000 in de wetenschappelijke notatie
A
56,871011
B
568765107
C
5,71011
D
5,691012

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf in de wetenschappelijke notatie
0,0000876
A
876105
B
8,76105
C
8,76105
D
876105

Slide 13 - Quizvraag

Welk getal is onderstaande wetenschappelijke notatie
4,58 x 105
A
4,5800000
B
45.800.000
C
458.000
D
458

Slide 14 - Quizvraag

Metriek stelsel algemeen

Slide 15 - Tekstslide

Oppervlakte eenheden omrekenen

Slide 16 - Tekstslide

Gewichtseenheden omrekenen

Slide 17 - Tekstslide

Omrekenen van eenheden
Kijk goed waar je staat en waar je heen wil. 
Dit onderwerp is niet onbekend voor je, maar de meeste leerlingen vinden het ook niet superleuk. Leer wel het rijtje uit je hoofd, dit is namelijk wel basis. !

Slide 18 - Tekstslide

Omrekenen van eenheden
Hoeveel meter zit er in een hectometer?
A
10
B
20
C
100
D
200

Slide 19 - Quizvraag

4 m = ... dm
A
4
B
40

Slide 20 - Quizvraag

4000 cm = ... dam
A
4 dam
B
40 dam
C
4000 dam
D
40000 dam

Slide 21 - Quizvraag

300 mm =
A
3 cm
B
30 dm
C
3 dm
D
0,3 cm

Slide 22 - Quizvraag

12 km² = ... hm²
A
1200 hm²
B
12 hm²
C
120 hm²
D
120.000 hm²

Slide 23 - Quizvraag

Leerdoelen van vandaag
- Je weet wat de wetenschappelijke notatie is. 
- Je kan rekenen met de wetenschappelijke notatie en 
- Je kan rekenen aan eenheden. 
Veel zal al basis zijn!

Slide 24 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen behaald?
Ja
Nee
Deels, ....

Slide 25 - Poll

Aan de slag
Download het boekje 'Rekenen met mol ' van de ELO. 
Maak dan opdracht 1 t/m 3. Eerder klaar? Kijk alvast naar het vervolg!

Slide 26 - Tekstslide