3.1 Lijnsymmetrie

H3 Symmetrie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Symmetrie

Slide 1 - Tekstslide

3.1: Lijnsymmetrie
Wat gaan we doen:
  • Even herhalen
  • Uitleg lijnsymmetrie
  • Uitleg symmetrie in driehoeken
  • Maken 3.1: 1 t/m 10 --> huiswerk voor maandag

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen:
In de tekening zie je lijnstukken die even lang zijn.
  • Lijnstuk DE is net zo lang als lijnstuk CD. Ze hebben allebei één streepje.
  • Lijnstuk AE is net zo lang als lijnstuk BC. Ze hebben allebei drie streepjes.
  • Lijnstuk AB is niet even lang als lijnstuk AE. Het aantal streepjes is verschillend.
  • Voor even lange zijdes gebruik je dezelfde tekens. Vaak zijn dat streepjes.

Slide 3 - Tekstslide

Evenwijdige zijden.

  • Evenwijdig betekent dezelfde richting.
  • EF is evenwijdig aan BC. Ze hebben dezelfde richting. Ze hebben allebei één pijltje.
  • Lijnstuk AF en AB zijn niet evenwijdig.
    Ze hebben niet dezelfde richting. Ze hebben niet hetzelfde aantal pijltjes.

Slide 4 - Tekstslide

Lijnsymmetrie.

  • Je kunt het ijskristal hiernaast zo dubbelvouwen dat de ene helft precies op de andere helft past.
  • Dat kan op 6 manieren.
  • Het ijskristal is lijnsymmetrisch.
  • De vouwlijnen zijn de symmetrieassen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Maken 3.1: vraag 1 t/m 5.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hiernaast zie je driehoek ABC met drie symmetrieassen.
Hoe heet deze driehoek?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkbenige driehoek
C
gelijkzijdige driehoek
D
gelijksoortige driehoek

Slide 10 - Quizvraag

Maken 3.1: vraag 6 t/m 10

Slide 11 - Tekstslide