LB-WW VMBO Deel 3 - H4 - Les 3 - Mensbeeld vroeger en nu

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

LB-WW VMBO-Deel 3-H4-Mensbeelden

Les 3: Mensbeeld vroeger en nu

Gemaakte weektaak

Leerwerk: lezen pp. 68-74

Maakwerk: opdr. 1 t/m 10

LVB: LVB-Opdracht 3.1: Wie is de mens? 

Gemaakte weektaak

opdr. 1 t/m 7 zijn in eerdere lessen besproken of heb je daar kunnen nakijken. Kijk de LessonUps terug mocht je dit gemist hebben. 

 

Opdr. 8a, p. 73

Erotiek, seksualiteit, drank.

Opdr. 8b, p. 73

Een geestelijke/priester toont een vermanende vinger. Let op: de geestelijke staat hoger dan het gewone volk dat zich met lage aardse genoegens bezighoudt. 

Opdr. 8c, p. 73

De drankflessen zijn in een afvalbak terecht gekomen. 

Opdr. 8d, p. 73

De kerk staat op een heuvel, al wat verwijderd van de lage aardse werkelijkheid. Vervolgens reikt de kerktoren tot in de hemel. 

Opdr. 8e, p. 73

Dat ze op weg zijn naar de hemel. Ze zijn niet langer aards, niet langer stoffelijk maar vormen deel van de geestelijke, goddelijke werkelijkheid (of daarnaar op weg in ieder geval). Het goddelijke is geestelijk, niet materieel aards. 

Opdr. 8f, p. 73

Tekening 1: ze leefden in zonden omdat ze zich bezighielden met aardse genoegens. Uit tekening 2 kan men opmaken dat ze zich bekeerd hebben: drank en seks hebben ze afgezworen en ze gaan naar de kerk. Wie zich onttrekt aan aardse materiële en seksuele genoegens zal beloond worden in het leven na de dood: in de hemel (tekening 3).

Opdr. 9a, p. 74

Wetenschappelijke kennis op medisch gebied waardoor polio, malaria etc bestreden kan worden. Wetenschap en kennis op het terrein van landbouw waardoor de voedselopbrengst toeneemt, bijvoorbeeld irrigatietechnieken, onderzoek om bodemgesteldheid te onderzoeken en te verbeteren. Technisch hoogwaardige communicatiemiddelen waardoor men sneller bij een ramp aanwezig kan zijn of waardoor men juist rampen kan voorkomen (waarschuwen voor de dreiging van een vloedgolf bij­ voorbeeld, etc etc.).  

Opdr. 9b, p. 74

Niet, want je moet je eigen verstand gebruiken en zelf onderzoeken; een ander in ieder geval nooit beschouwen als een autoriteit waaraan onder geen beding getwijfeld mag worden. 

Opdr. 10-1, p. 74

1. De houding tegenover het menselijk lichaam (het aardse) veranderd; Het lichaam wordt interessant en mooi gevonden.

Opdr. 10-2, p. 74

2. De mens wordt als individu gezien, niet meer zozeer als enkel onderdeel van een gemeenschap.

Opdr. 10-3, p. 74

3. De menselijke kennis wordt hoger aangeslagen en daarmee het vermogen van de mens macht te krijgen over de werkelijkheid. In het verlengde daarvan punt 4.

Opdr. 10-4, p. 74

4. De mens is in staat tot een algehele bevrijding van onderdrukking, domheid, armoede, oorlog etc.

Opdr. 10-5, p. 74

5. Het besef neemt toe dat een mens zelf het heft over zijn/haar leven in handen moet nemen. Je eigen verstand gebruiken en niet blind de mening van autoriteiten volgen. Het gaat hier om wat we tegenwoordig zelfbeschikking noemen.

Iets uit de actualiteit: 

😒🙁😐🙂😃

LVB:

 LVB-Opdracht 3.2 Ervaringsdeskundige

Lees goed door wat de opdracht is. 

Bron 5

De opvatting dat de mens van nature goed is

(lees) 'opvatting' ; de wetenschap weet het niet

Rousseau: de mens gaat zich slecht gedragen door de samenleving

Oplossing: scherm je af van de samenleving (vooral tijdens je kinderjaren)

Deze les werken we aan:

nakijken en verbeteren opdr. 1 t/m 10 

lezen Bron 5, p. 75

lezen LVB-Opdracht 3.2

maken opdr. 11 en 12, p. 76

nakijken opdr. 11 en 12 (via deze LessonUp)

LVB-Opdracht 3.2 Ervaringsdeskundige

Opdr. 11, p.76

a. Uitspraak 2 is juist.

b. De mens is van nature goed en vreedzaam volgens Rousseau. De mens is dus niet de oorzaak dat de maatschappij slecht is (uitspraak 1) maar de maatschappij is slecht en daardoor wordt de mens slecht (uitspraak 2).  

Opdr. 12a, p.76

Werd je, zoals Rousseau voorstelde, alleen maar afgeschermd en mocht je vervolgens alles zelf uitvinden, zodat je wat goed is zelf zou ontdekken? Of werden jou ook beginselen en regels voorgehouden? De vraag kan gesteld worden: lijkt je eigen opvoeding daarmee op de opvoeding die Rousseau voorstond?

Opdr. 12b, p.76

Denk bijvoorbeeld en wat ze zeggen over slechte vrienden, slechte invloed, toxische relatie, etc.

Opdr. 12c, p.76

Kun je ook iets positiefs van anderen opsteken? Kan een ander een inspirerend voorbeeld zijn van menswaardig handelen? 

Weektaak: 

Leerwerk: lezen pp. 75-78

Maakwerk: opdr. 11 t/m 15

LVB: LVB-Opdracht 3.2 Ervaringsdeskundige