Na een korte klank, schrijf je in de stam maar 1 medeklinker.
Slide 7 - Tekstslide
Let op: korte klank
zeggen
plakken
tellen
knippen
liggen
zitten
Schrijf in je schrift:
de stam
de ik-vorm
de jij-vorm
de hij/zij-vorm
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoorden: lange klank
Bij een lange klank verandert de stam ook.
horen hoor- ik hoor, jij hoort, zij hoort
Omdat de klank lang is, schrijf je 2 klinkers
Slide 9 - Tekstslide
Let op: lange klank
leren
lopen
praten
heten
maken
Schrijf in je schrift:
de stam
de ik-vorm
de jij-vorm
de hij/zij-vorm
Slide 10 - Tekstslide
Maak de oefening
Als je klaar bent
lever je de oefening bij mij in
Slide 11 - Tekstslide
BOGGLE
maak zo veel mogelijk woorden
met de 16 letters
bijvoorbeeld
p-r-o-e-f = 3 punten
m-e-e-s-t-e-r = 5 punten
Slide 12 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
je kunt werkwoorden met
korte en lange klanken
vervoegen
Slide 13 - Tekstslide
Het boek
Amina komt uit Somalië.
Zij is als tiener alleen naar Nederland gevlucht.
Haar moeder woont in Kenia.
Haar vriendin Lina ontdekt dat Amina heel hard kan lopen.
Slide 14 - Tekstslide
Vragen over de tekst
Antwoord in hele zinnen!
In hoofdstuk 1 rende Amina heel hard weg omdat zij schrok. Waar schrok zij van?
Wat is er met de broervan Amina gebeurd?
Waar woont de moeder van Amina?
Voor wie is het spaargeld van Amina?
Slide 15 - Tekstslide
Het rotje
Een rotje afsteken
Vuurwerk afsteken
Slide 16 - Tekstslide
Lid worden van een club
Lid zijn van een club
Slide 17 - Tekstslide
Klappen voor iemand / iets
Slide 18 - Tekstslide
Trainen - wat doen ze?
omhoog met de knieën
zet je voeten goed neer
beweeg je armen mee
Slide 19 - Tekstslide
Een wedstrijdje
Wie wordt nummer één?
Slide 20 - Tekstslide
Nerveus
Zenuwachtig
Slide 21 - Tekstslide
Winnen - Verliezen
Slide 22 - Tekstslide
Makkelijk - Moeilijk
Slide 23 - Tekstslide
Verbaasd
Slide 24 - Tekstslide
In een kring zitten
Slide 25 - Tekstslide
Een arm om iemand heen slaan
Slide 26 - Tekstslide
Hoe duur is dat?
Wat kost het? / Wat is de prijs?
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
volgende les
werkwoorden met z en v
lezen schrijven
Slide 29 - Tekstslide
Ik kan
de voorzetsels
na, bij, achter, voor, boven en onder
gebruiken
Slide 30 - Tekstslide
nt2taalmenu.nl
Slide 31 - Link
Gezin en familie
Slide 32 - Tekstslide
nt2taalmenu.nl
Slide 33 - Link
Werkwoorden
Slide 34 - Tekstslide
www.spellingoefenen.nl
Slide 35 - Link
Mijn familie
Slide 36 - Tekstslide
Mijn stamboom
Mijn moeder heet ...
Ik heb ... broer(s).
Ik heb ... zus(sen).
Mijn ouders wonen in ...
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Het woord
- - - - - - - - - - - - -
Slide 39 - Tekstslide
Wat is je telefoonnummer?
Slide 40 - Tekstslide
Maak de oefeningen
Bladzijde 122 - 125
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Tekst met leestekens
Mijn naam is Stella en ik ben zestien jaar oud.Ik woon samen met mijn ouders en broer in Rotterdam.Mijn vader heet Jan en is veertig jaar oud.Mijn moeder heet Estelle en is achtendertig jaar oud.Zij zijn samen al meer dan tien jaar getrouwd.