week 8 22-10 ISK G werkwoord en zinnen




Het is vandaag
dinsdag..
De datum is
22 oktober 2024.
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les




Het is vandaag
dinsdag..
De datum is
22 oktober 2024.

Slide 1 - Tekstslide

Het weer
Vandaag en morgen
  • Vandaag ....
  • Morgen ...
  • schijnt de zon.
  • is het bewolkt.
  • is de kans op regen ... procent.
  • is het ... graden
  • komt de wind uit ...

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • oefenen met het werkwoord
  • voorlezen

Slide 3 - Tekstslide

De stam krijgt een uitgang
Enkelvoud
ik 
jij, hij, zij
stam
stam
+ t
Meervoud
wij, jullie, zij
stam
+ en
= het hele werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Klanken
Lange klanken zijn:
naam / boom / muur / been

Korte klanken zijn:
map / mok / juf / pen / kin

Slide 5 - Tekstslide

Lange klank
Korte klank
Wat hoor je?
Lange
klank
Korte
klank

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden: korte klank
Bij een korte klank verandert de stam

pakken               pak-                 ik pak, jij pakt, hij pakt
leggen               leg-                ik leg, jij legt, zij legt


Na een korte klank, schrijf je in de stam maar 1 medeklinker.


Slide 7 - Tekstslide

Let op: korte klank
  • zeggen
  • plakken
  • tellen
  • knippen
  • liggen
  • zitten
Schrijf in je schrift:
  • de stam
  • de ik-vorm
  • de jij-vorm 
  • de hij/zij-vorm

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden: lange klank
Bij een lange klank verandert de stam ook. 

horen                hoor-                  ik hoor, jij hoort, zij hoort


Omdat de klank lang is, schrijf je 2 klinkers

Slide 9 - Tekstslide

Let op: lange klank

  • leren
  • lopen
  • praten
  • heten
  • maken
Schrijf in je schrift:
  • de stam
  • de ik-vorm
  • de jij-vorm 
  • de hij/zij-vorm

Slide 10 - Tekstslide

Maak de oefening
Als je klaar bent
lever je de oefening bij mij in

Slide 11 - Tekstslide

BOGGLE
maak zo veel mogelijk woorden
met de 16 letters

bijvoorbeeld
p-r-o-e-f = 3 punten
m-e-e-s-t-e-r = 5 punten

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • je kunt werkwoorden met 
      korte en lange klanken 
       vervoegen

Slide 13 - Tekstslide

     Het boek
Amina komt uit Somalië. 
Zij is als tiener alleen naar Nederland gevlucht.
Haar moeder woont in Kenia.
Haar vriendin Lina ontdekt dat  Amina heel hard kan lopen. 

Slide 14 - Tekstslide

Vragen over de tekst
Antwoord in hele zinnen!
  • In hoofdstuk 1 rende Amina heel hard weg omdat zij schrok. Waar schrok zij van?
  • Wat is er met de broer van Amina gebeurd?
  • Waar woont de moeder van Amina?
  • Voor wie is het spaargeld van Amina?

Slide 15 - Tekstslide

Het rotje

Een rotje afsteken

Vuurwerk afsteken

Slide 16 - Tekstslide

Lid worden van een club
Lid zijn van een club

Slide 17 - Tekstslide

Klappen voor iemand / iets

Slide 18 - Tekstslide

Trainen - wat doen ze?
  • omhoog met de knieën
  • zet je voeten goed neer
  • beweeg je armen mee

Slide 19 - Tekstslide

Een wedstrijdje
Wie wordt nummer één?

Slide 20 - Tekstslide

Nerveus






Zenuwachtig

Slide 21 - Tekstslide

Winnen - Verliezen

Slide 22 - Tekstslide

Makkelijk - Moeilijk

Slide 23 - Tekstslide

Verbaasd

Slide 24 - Tekstslide

In een kring zitten

Slide 25 - Tekstslide

Een arm om iemand heen slaan

Slide 26 - Tekstslide

Hoe duur is dat?






Wat kost het?  /  Wat is de prijs?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

volgende les
werkwoorden met z en v
lezen     schrijven

Slide 29 - Tekstslide

Ik kan
de voorzetsels 
na, bij, achter, voor, boven en onder 
gebruiken




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Gezin en familie

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Werkwoorden

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Mijn familie

Slide 36 - Tekstslide

Mijn stamboom
Mijn moeder heet ...
Ik heb ... broer(s).
Ik heb ... zus(sen).
Mijn ouders wonen in ...

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Het woord



- - - - - - - - - - - - - 

Slide 39 - Tekstslide

Wat is je telefoonnummer?

Slide 40 - Tekstslide

Maak de oefeningen
Bladzijde 122 - 125

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Tekst met leestekens
Mijn naam is Stella en ik ben zestien jaar oud. Ik woon samen met mijn ouders en broer in Rotterdam. Mijn vader heet Jan en is veertig jaar oud. Mijn moeder heet Estelle en is achtendertig jaar oud. Zij zijn samen al meer dan tien jaar getrouwd.

Schrijf in je schrift:
  • Wanneer schrijf je een punt?
  • Wanneer schrijf je een woord met een hoofdletter?


Slide 43 - Tekstslide

  • Hoe laat is het?
  • Stop!
  • Ik heb slecht geslapen.
  • Wat zegt u?
  • Gefeliciteerd!
  • Morgen is het woensdag.
Punt  .

Aan het einde van een zin.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Tekstslide

Kijk naar de woorden 
timer
2:00

Slide 47 - Tekstslide

timer
2:00
Schrijf de woorden op

Slide 48 - Tekstslide

Week 4 09-25 ISK-G

Slide 49 - Tekstslide

Wedstrijdje

Slide 50 - Tekstslide