Hoeken berekenen

2.5 Hoeken berekenen in vlakke figuren
Je leert hoe je het moet aanpakken en hoe je het moet opschrijven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2.5 Hoeken berekenen in vlakke figuren
Je leert hoe je het moet aanpakken en hoe je het moet opschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bereken je
hoek B?
A
Dat kun je niet berekenen
B
Dat moet je opmeten
C
360 - 70 - 130 -112
D
Hoek B is even groot als hoek A

Slide 2 - Quizvraag

Bereken hoek B
en typ je berekening
en je antwoord

Slide 3 - Open vraag

Welke hoek is even groot als hoek B?
A
A
B
F1
C
E1
D
E2

Slide 4 - Quizvraag

Bereken hoek F1
en typ je berekening
en je antwoord

Slide 5 - Open vraag

Welke hoek is even groot als hoek A?
A
B
B
C
C
D
D
geeneen

Slide 6 - Quizvraag

Bereken hoek D en typ alleen je antwoord

Slide 7 - Open vraag

Schrijf in je schrift hoe groot elke hoek is.
Schrijf je berekeningen erbij.

Slide 8 - Tekstslide

Driehoek PQR is gelijkzijdig. Hoe groot is hoek P2?
A
60 graden
B
30 graden
C
90 graden
D
Dat kun je niet weten

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf in je schrift hoe groot elke hoek is.
Schrijf je berekeningen erbij.

Slide 10 - Tekstslide

Hoek S1 en hoek S2 zijn overstaande hoeken. Hoe groot is hoek S1?
A
66 graden
B
48 graden
C
56 graden
D
76 graden

Slide 11 - Quizvraag

Bereken hoek Q en
typ je berekening en je antwoord in.

Slide 12 - Open vraag

Maak nu vraag 72

Slide 13 - Tekstslide