1Ka en 1Kb w4 L1

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben wij vorige les geleert?
1. 
2.

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben wij vorige les geleert?
1. Persoonlijke voornaamwoorden
2.

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben wij vorige les geleert?
1.Persoonlijke voornaamwoorden
2.Bezittelijke voornaamwoorden 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Spreken strategieën 
1. Vocabulary                   (Woordenschat)
2. Grammer                      (Grammatica)
3. Pronunciation            (Uitspraak)

Slide 7 - Tekstslide

Spreken strategieën 
1. Vocabulary                   (Woordenschat)



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Spreken strategieën 
2. Grammer                  (Grammatica)
Wij zijn al begonnen met Grammatica... (oefenen oefenen en …)
(persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden) 



Slide 10 - Tekstslide

Spreken strategieën 
3.Pronunciation                 (Uitspraak)
Die gaan wij volgende les doen!



Slide 11 - Tekstslide

Expressions
A.
B.
C.
D.

Slide 12 - Tekstslide

Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B.
C.
D.

Slide 13 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
1. Hallo/ Hoe gaat het?        (Nederlands)

Slide 14 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
1. Hallo        (Nederlands)
1. Hi!                      (Engels)

Slide 15 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
1. Hoe gaat het?        (Nederlands)

Slide 16 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
1. Hoe gaat het?        (Nederlands)
1. How are you?                   (Engels)

Slide 17 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
2. Goedemorgen /-middag/ -avond. (Nederlands)

Slide 18 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
2. Goedemorgen / -middag/ -avond. (Nederlands)
2.Good morning / afternoon / evening. (Engels)

Slide 19 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
3. Het gaat goed. Ik heb een nieuwe telefoon.   (NL)

Slide 20 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
3. Het gaat goed. Ik heb een nieuwe telefoon. (NL)
3. I'm/ am great. I have a new phone.                   (En)

Slide 21 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
4. Het gaat niet zo goed. Mijn fiets is kapot.  (NL)

Slide 22 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
4. Het gaat niet zo goed. Mijn fiets is kapot. (NL)
4. I'm/ am not so greart. My bike is broken. (En)

Slide 23 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
5. Ik zie je later!         (NL)

Slide 24 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
5. Ik zie je later!          (NL)
5. See you later!         (En)

Slide 25 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
6. Doei!        (NL)

Slide 26 - Tekstslide

A. Je begint en eindigt een gesprek
6. Doei!                          (NL)
6. Goodbye /  Bye      (En)

Slide 27 - Tekstslide

Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B. Je reageert op nieuws                       
C.
D.

Slide 28 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
1. Dat is fantastisch!      (NL)

Slide 29 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
1. Dat is fantastisch!       (NL)
1. That's /is fantastic!    (En)

Slide 30 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
2. Wauw, dat klinkt spannend!   (NL)

Slide 31 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
2. Wauw, dat klinkt spannend!    (NL)
2. Wow, that sounds exciting!     (En)

Slide 32 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
3. Ik kan het niet geloven. (NL)

Slide 33 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
3. Ik kan het niet geloven. (NL)
3. I don't believe it.               (En)

Slide 34 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
4. Echt?       (NL)

Slide 35 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
4. Echt?       (NL)
4. Really?    (En)

Slide 36 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
5. Ik ben blij.       (NL)


Slide 37 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
5. Ik ben blij.       (NL)
5. I'm/ am glad.  (En)


Slide 38 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
5.Het spijt me om dat te horen.     (NL)



Slide 39 - Tekstslide

B. Je reageert op nieuws
5.Het spijt me om dat te horen.     (NL)
5. Sorry to hear that.                           (En)



Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten 1 tot en met 6

Slide 43 - Tekstslide